denken aan maatschappelijk onderwijzer of aan gazzen? Het blijft om het even, het milieu is van een zekere standing. Tot de getuigen behoren enkele leden van de families Van der Wielen en Van den Bergh. Even raken wij de boeiende voorgeschiedenis van de margarine-koningen.
Wij vragen ons af, hoe Izak de Haan zijn Betje heeft leren kennen. Wat zag deze familie in de typische ‘soucher’ uit Edam, die zich zeer gewichtig op het moment van zijn huwelijk ‘zaakwaarnemer’ noemt. Vermogend zal hij wel niet zijn geweest; en Betje?
Ook Joods gezien was er sprake van een zekere discrepantie. Het Jodendom van de familie Rubens toch was van een geheel andere snit dan dat der De Haans. De omstandigheid, dat Izak jarenlang als vrijwilliger dienst had genomen bij de landmacht, kan erop wijzen, dat hij het niet zo nauw nam met de traditie, in casu de spijswetten. Wij staan met betrekking tot de bruidegom en bruid van 1874 voor raadselen.
Het huwelijk werd rijk gezegend met kinderen. De maatschappelijke welstand hield daarmee echter geen gelijke tred. Izak de Haan, de oorspronkelijke koopman uit Edam, de zaakwaarnemer van 1874, had 12 ambachten. O.m. dreef hij een broodjes-met-vlees-winkel, die echter niet floreerde. Het waren economische drijfveren en toch misschien ook wel het drijven van zijn vrouw, die de 39-jarige man ertoe brachten zijn geluk te beproeven als godsdienstonderwijzer. In 1878 ging hij op (zoals de term luidde) voor de laagste rang van godsdienstonderwijzer; op het seminarium tot in onze tijd gekwalificeerd als het brevet voor amratses (= onwetendheid). En zo kon iedere rechtschapen Jood op de rustige, lange vrijdagavond van de 8ste november 1878 lezen in de israëlietische nieuwsbode,
Wekelijks Orgaan voor Israëlietische belangen.
Uitgever: M. Roest Mzn.
Bureau: Joden Breestraat, 37, te Amsterdam:
De Permanente Commissie tot de algemeene zaken van het Nederl. Israël. Kerkgenootschap,
Gezien de verbalen der examina, door de algemeene Commissie van Examinatoren voor Nederl. Israël. Godsd. onderwijzers, in de maand Augustus gehouden,
Gelet op art. 13, al. 2 der Verordening No. 4 op de orde en inrichting der algemene Commissie van Examinatoren,
Brengt ter openbare kennisse, dat, tengevolge van bovengemelde examina, zijn toegelaten:
15