Tolk van 't olle volk

Titel
Tolk van 't olle volk

Jaar
1984

Overig
Joods suplement op het nieuw Groninger woordenboek

Pagina's
65



59

SOOTN/Hebr. SATAN. Bijbels. Lett. "verhinderer", van een werkw. STN =

verhinderen, in overdrachtelijke zin ook: aanklagen, verleiden. Instructief JL s.v. In ons taalgebruik zeer populair. De SOOTN klaagde bij God aan op een moment, dat er gevaar voor de mens dreigde, ten einde "van de gelegenheid gebruik te maken". De sootn mekatreg (klaagt aan) besja'es (op het moment van) sekone (gevaar). Ook:

SOOTN HAMASJGES = Satan de vernietiger. Ook afgek. en in algemene zin: MASJGES. Dij kwoajong is 'n echte masjges, een duivel.

In dit kader vestig ik nog aandacht op de SJEIDEM/Hebr. SJEDIEM = demonen, die de SOOTN secunderen. In het taalgebruik populair tot in mijn jeugd. Daarvoor moest je oppassen. Nooit water fs nachts open laten staan etc. Dit begrip eveneens in algemene zin gebruikt, 'n Sjed van 1 n jong; in de zin van 'n dondersteenI

SVI1EN/TL 1006. 't Liekt net as 'n swien in ' n jeudnhoes = dat is nu helemaal niet op zijn plaats! Ik heb het nooit gehoord. Dat JEUDNHOES valt op.

TAALM/TL 1011.    (W.K.    en Hunzingo) = zeuren, aanhoudend aandringen. De

Jeud houl nijt op te taalm = hij preekte zijn waar voortdurend aan. Hier frappeert de keuze van het niet neutrale voorbeeld. Jeude is soortnaam geworden.

TAGRIEGEN/TAGRIEGIEM = doodskleren. Gelijk bekend zijn deze bij ons over de gehele linie gelijk. Sober, wit. Vervaardigd door KABRENTES, het vrouwelijke woord voor KABRONEM. Belangeloos, dit liefdewerk aangevoeld als een essentiële MITSWE. Het sargenes kwam al vaker aan de orde.

TAKKEF/Hebr. TAKKIEF, van een werkw. stam TKF, met een genuanceerde betekenis. Ik opteer voor: vast aangrijpen, zich dicht bij iemand aansluiten. En zo komt het voor. Men is TAKKEF met iemand op een in het oog vallende wijze. Dij twije bin oareg takkef mitnander. Niet zelden: dij twije bin mie te takkef mitnander. Takkef - met een vleug-j e wantrouwen.

TALLES/TALLIET. Mv. TALLEISES (Hebr. TALLIETOT). Het joodse bidkleed, dat dagelijks wordt gebruikt en met de dode het graf ingaat. Aan de vier hoeken bevinden zich de TSIETSES (TSIETSIET) = schouwdraden. Draden, waarnaar je moest kijken, volgens het voorschrift uit Numeri 15:37/ 41. "En gij zult zien" (39). In dit verband noem ik volledigheidshalve de TEFILLEN (TEFILLIEN) = gebedsriemen, die iedere ochtend worden gelegd, op het voorhoofd en aan de linker arm.

TISJEBOW/Hebr. TISJA BE'AW = 9 AB. De vastendag herdenkende de verwoesting van Jeruzalem. Volgens de traditie zijn beide tempels op dezelfde omineuze datum in het jaar verwoest. Deze negende Ab werd en wordt dan ook als een exemplarische dag voor vele rampen aangemerkt en kreeg daardoor een zeer speciale betekenis. ft Liekt hier wel tisjebow, gezegd als men ergens binnenkwam waar de stemming onder nul was.

TOLE/Hebr. TALOEJ = gehangene. Bedoeld is Jezus, welke naam men niet

gaarne uitsprak. Raw Justus Tal sprak altijd van JESJ0EfA, de officiële Hebr. versie van de Jezus-naam. Speciaal t.a.v. het begrip "kruis" koesterde men een zekere reserve. Men sprak van TSEILEM (TSELEM) = beeld. Eigenaardig gebruik, dat men aan tafel de messen en vorken nooit zó legde, dat ze een "kruis" zouden vormen.

TSDOKE/Hebr. TSEDAKA = liefdadigheid. Vandaar de officiële sociale af-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.