Tolk van 't olle volk

Titel
Tolk van 't olle volk

Jaar
1984

Overig
Joods suplement op het nieuw Groninger woordenboek

Pagina's
65



55

betekenis ontwikkelde zich in de richting van toorn, ook reeds bij- beis. Vgl. Habakuk 3:2. BEROGEZ/BEROUGES/BROUGES verkreeg burgerrecht als: kwaad, woedend, beledigd. 'k Heb Soamel nait in sjoele zain; zeker brouges. Ze waren nogal eens brouges. Wie verzamelt ooit de anecdotes?

SABBAT/TL 853: Sabbat höln. Sabbatdag. Sabbatist. Sabbatsraais, 1. een

reis van niet meer dan 2000 schreden. 2. lastige lange reis. Het geheel komt wat "erbij gesleept" op me over. De "reis van niet meer dan 2000 schreden" herinnert aan ons TEGOEM = de afstand die op onze rustdag mag worden afgelegd vanaf de grens van de bebouwde kom ener gemeente en wel naar alle richtingen. Er is daarbij sprake van AMMOT = ellen (geen schreden).

Wij voegen hier terstond onze bijdrage toe, betrekking hebbend op de uiterst belangrijke SJABBAT. Gebonden aan strenge voorschriften, die allang vóór 1940 over nagenoeg de gehele linie niet meer werden gehandhaafd. MEGALLEL SJABBES WEEZN = het ontwijden van de rustdag, was aan de orde van de dag. Ik citeer naar Bottema 109: "De Sabbat-

heiliging  werd door de meeste joden in Delfzijl niet langer in

acht genomen. Wel ging men eerst naar de sjoel, maar vervolgens werd er gewerkt. De Joodse winkels bleven open vooral omdat op Zaterdag veel zaken werden gedaan "

Thuis maakte men vrijdagavond nog KIDDOESJ/KIDDESJ MOAKN. Vgl. Gen. 2:3. En God zegende de zevende dag en heiligde hem = VIAJEKADESJ. De kiddoesj wordt over wijn uitgesproken. De sfeer van de vrijdagavond is in de Nederlandse literatuur voldoende uitgesponnen. Het oude karakter, met ZEMIERES/ZEMIROT = gezangen, raakte eveneens op de achtergrond. Het geheel voltrok zich meer en meer in de atmosfeer van kleurloze joodse/jiddisje intimiteit. De Amsterdamse diamantbewerkers handhaafden nog heel lang - als overtuigde atheistische socialisten -het witte tafellaken.

Voor het taaleigen, dat op sjabbat betrekking heeft, noem ik nog drie termen die zich handhaafden en die zich alle concentreren op het verbod van Exodus 35:5 "gij zult geen vuur gebruiken in al uw woningen, op de sabbat-dag."

1. De SJALET = warm eten (van het Romaanse calidus, vgl. het Franse chaud). Werd vrijdag al in de oven gezet, om op sjabbes te worden genuttigd. Een koken op risico. Vandaar de oneig. betekenis in velerlei nuances. Dat is ook 1 n sjalet (een aan zijn stoel vastgeplakte) , dij kin nait ritsjen (= uit de pan glijden, rutschen). Van een huwelijk (SJIDDISJ/SJIDDOEG) dat problematisch lijkt, heet het: dat is sjalet gezet. Afwachten maar. Zelfs heel algemeen.

2. Een sjabbes-oovmt was een fornuis waarop men reeds op vrijdag gerechten plaatste, die dan op sjabbes mochten worden gebruikt. Tot een orthodoxe gast: ie kinn hier zunder beswoar miteetn; wie hebn

1n s j abbe soovmt.

3. Tenslotte de sjabbesgooi (bie ons 'n schoulvrundje oet Engelse-loane). Hai muik op vrijdagoavmd de laampe oet. Wie haarn nog gaslicht (bie Moud aan overkaande haarn ze dou des tieds -1917 - nog "paitereulie"!).

Traditionele aspecten handhaafden zich hardnekkig rondom "uitgaande sjabbes", SPEISENACHTOBEND (voor de etym. RT s.v.) . Vooral de symbo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.