Tolk van 't olle volk

Titel
Tolk van 't olle volk

Jaar
1984

Overig
Joods suplement op het nieuw Groninger woordenboek

Pagina's
65



13

weer nieuw gif kunnen puren tegen de smousen van weleer?

Reden extra voor een man als Voorzanger om orde op zaken te willen stellen. Deze apologetische tendens beheerst nog het latere handboek van Voorzanger en Polak, zoals ik elders heb aangetoond. De inhoud is braaf geciviliseerd. Er wordt geruisloos de antisemiet de wind uit de zeilen genomen. Rustica en erotica zijn weggelaten. Geen "unbetaamt" woord zou ons in discrediet brengen.

Schaamte

"Ieder die zich niet schaamt tot den Joodschen stam te behooren" dient de gevoelswaarde van die innige joodse woordenschat op prijs te stellen, aldus Voorzanger. De rebbe van Veendam kon blijkbaar toen al en niet alleen bij zichzelf, symptomen opmerken van groeiende afkeer in eigen kring ten opzichte van dat sappige idioom, dat retrospectief na onze ondergang alweer heeft geleid tot overdreven liefde. Want die schaamte was er maar al te evident en zij nam meer en meer toe naarmate de assimilatie vorderde.

Ik wijs op een artikel, dat Dr. Ezechiël Slijper in de Nieuwe Taalgids van 1916 heeft gepubliceerd. De titel daarvan Bekattering richt zich speels tegen J. van Ginneken, die in het tweede deel van zijn Handboek over de Jodentaal in antisemietische zin had uitgeweid. Slijper neemt de Jezuiet op de korrel maar blijft als zionist nota bene op een onbegrijpelijke gevoelsafstand van het Jiddisj:

"Onlangs op een regenachtige middag las in de huiskamer van een mijner vrinden het oudste dochtertje een stuk van Top Naeff voor; het stond in Leopolds bloemlezing; op het einde hoorden we daar: smoesjes.

We keken elkaar aan, mijn vrind, zijn vrouw en ik; ons hinderde dat woord daar; want voor onze oren had het een klank, die daar uit de toon viel; waarom niet liever: uitvluchten? Wij hebben in de kring onzer jeugd in het ouderlik huis geleerd zulke woorden streng te vermijden; op het gebruik stond heus straf, we werden van tafel gezonden of kregen een berisping die ons heugde. In echt-joodse, vooral in kerkse (!) gezinnen van enige ontwikkeling, hoort men de woorden inderdaad nooit."

Zó zag het uit in joods Amsterdam omstreeks 1900. En in de provincie was het niet veel anders. Stellen wij in alle nuchterheid dat het Jiddisj ook in de Groninger regio omstreeks 1940 was teruggedrongen naar een aller-allerlaatste restsituatie. Die in de volgende bladzijden vanuit mijn persoonlijke belevenis wordt gereconstrueerd. In een voorlopige selectie, voeg ik er nog aan toe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.