ten mocht worden gedacht, als men over volstrekt nieuwe wapens zou kunnen beschikken.
Toen reeds waren de Geallieerden in gedachten bezig met het verdelen van het Ottomaanse Rijk, waarvan de val werd voorzien. Toen ook traden reeds belangentegenstellingen aan de dag over die verdeling, dus nog vóórdat de beer geschoten was. Het Turkse Rijk zou in invloedssferen worden verdeeld, als gevolg waarvan Arabië, Palestina en Irak aan Engeland zouden komen - Syrië aan Frankrijk - Armenië (waarvan de bevolking voor een belangrijk deel door de Turken zou worden uitgeroeid) en Koer-distan aan Rusland, toen nóg czaristisch.
Men kan slechts vermoeden wat het nabije Oosten aan strijd is bespaard gebleven door de later - in 1917 - uitbrekende Russische Revolutie!
Intussen was in 1916 een Britse aanval in Irak door de Turken afge-slagen. Destijds was echter de interne verbrokkeling al in volle gang. Het waren de dagen van de beroemde T. E. Lawrence (1888-1935) “of Ara-bia”, die al lang doende was de Arabieren los te weken en hen voor te bereiden op eigen nationaal Reveil. Hij organiseerde hun revoltes en bracht hen onder één leiding. Zijn operaties eindigden in oktober 1918 met de verovering van Damascus. In een iets later stadium (1919) zou hij als lid van de Arabische delegatie ter vredesconferentie aanwezig zijn te Parijs, waar hij aan zijn Seven Pillars of Wisdom begon. Nóg leek het mogelijk het Arabische en het Joodse streven met elkander in evenwicht te brengen.
“De voornaamste twee takken van de Semietische volkerenfamilie, de Arabieren en de Joden, begrijpen elkaar en ik hoop dat op de vredesconferentie elk van beide volken de verwerkelijking van zijn aspiraties duidelijk bevorderd zal zien. De Arabieren zijn niet jaloers op de Joden en willen hun een eerlijke kans geven. Wederzijds begrip voor eikaars streven zal onmiddellijk zelfs het laatste spoor doen verdwijnen van de vroegere bitterheid, die trouwens reeds vóór de oorlog nagenoeg verdwenen was ten gevolge van het werk van het nationalistische Arabische Geheime Revolutionaire Comité.”
Aldus op 12 december 1918 de zoon van Hussein, Prins Feisal, de latere koning van Irak, in The Times.
Maar wij zijn nu al ongemerkt op de feiten vooruitgelopen; dus terug naar de Britse troepen, die in 1917 gingen doorstoten, gesteund door Arabische troepen èn door het Joodse Legioen van Wladimir Jabotinsky, dat na transportdiensten te hebben verricht al gauw werd ingezet aan het Turkse front. Na de mislukking van Gallipoli werd het Legioen aanvankelijk naar Egypte overgebracht, waar de jonge soldaten contact kregen met hun gemobiliseerde collega’s uit Palestina, die in zelfstandige bataljons
93