Van de verwarring na dit grote verlies werd al gewag gemaakt. De beweging was nog uiterst zwak, maar reeds was de tweede Alija begonnen (1904), profetisch ingeleid door Josef Witkins oproep uit Kfar Tabor in Galilea:
“Ontwaakt, ontwaakt, gij jongeren van Israël, staat op, komt het volk te hulp. Ons volk ligt te sterven; want het scheelt niet veel of ons land gaat verloren voor eeuwig, snelt te hulp!... Gij zijt niet overbodig, zoals men jullie gewend heeft te denken, nodig zijt ge voor volk en land als de lucht voor het ademen... Komt snel, helden Israëls, vernieuwt de dagen der Biluiem met grotere overgave en kracht, want nog slechts een weinig en wij zijn verloren. ..”
Het waren de ons reeds bekende jaren van nieuwe pogroms en - intern - de jaren ook van de discussies over de vraag Oeganda of Israël. “Irgend-wo eine Mehrheit bilden', dat gold nadien voor de zogeheten “Territoria-listen”, als wier leider de Engelse auteur Israël Zangwill optrad. Zij vonden ieder “territorium” geschikt, mits er een autonoom centrum zou kunnen worden gevestigd. Maar hun ideologie vond weinig aanhang onder de groeiende groep der zionisten, die nu het Joodse doel duidelijker voor ogen kregen. Dit was eenmaal Palestina geweest — het nieuwe Joodse land in statu nascendi zou dat blijven. Ook al lagen de politieke verhoudingen in dat deel der wereld nog zo, dat eigenlijk niemand voor de nabije toekomst durfde hopen op Turkije, dat al bijna vier eeuwen het Heilige Land als provincie (en hoe!) beheerde. Exact: van af 1517, toen Sultan Selim I het had veroverd.
83