Van Israelieten tot Israeliers

Titel
Van Israelieten tot Israeliers

Jaar
1965

Overig
Anderhalve eeuw Joodse geschiedenis 1815-1965

Pagina's
187



hij het ontbreken van creatieve factoren, die wederom tot een innerlijke opbouw moeten leiden! Daarvoor diene Palestina. Van de zionisten eiste Achad Haam - die door zijn prachtige essays tot de vernieuwers van het Hebreeuws moet worden gerekend — dat zij als priesters (“Kohaniem”) het spits zullen af bij ten; als idealisten, die het volk — deze machtige eenheid — zullen liefhebben boven het eigen-ik. Daartoe wilde hij de Joden geleidelijk op voeden en daarom bestreed hij de Palestijnse kolonisten, die terstond met de echte opbouw waren begonnen. En bestreed hij Herzl. Weliswaar nam hij deel aan het eerste congres, maar hij stond afwijzend tegenover de “Juden-staat”. Hij zag niet veel in het diplomatieke gedoe, waarmee de politieke zionisten amper waren gestart. En het was juist op dit laatste punt dat Herzl al zijn troeven had ingezet. Ging Achad Haam uit van het Jodendom, Herzl redeneerde van uit de Jodennood. Dat ook de oplossing daarvan geen directe concentratie op Palestina-arbeid behoefde in te houden, was vers twee.

Voor Herzl moesten aan de definitieve oplossing van de Jodennood alle aspecten van het Zionisme ondergeschikt worden gemaakt. Dit hield in, dat kolonisatie van Palestina politiek alleen dan toelaatbaar zou worden geacht, als een centrum aldaar (Herzl zou, zoals we weten, zelfs aan andere gebieden denken!) binnen afzienbare tijd een grote massa Joden zou kunnen opnemen. Dat dit in Palestina niet het geval was, zag een kind. Daarom stelde de leider van de beweging voorlopig als het doel van het politieke Zionisme: het streven naar een “Charter” voor Palestina, dat o.m. de vrije immigratie, de zelfbescherming èn de autonomie der immigranten moest waarborgen. Hierdoor kon op den duur een systematisch kolonisatiesysteem worden opgebouwd, dat aan alle technische zowel als economische eisen zou voldoen. Er kon een eind worden gemaakt aan de filantropie. De Jewish Colonial Trust, in 1899 gesticht, zou het financiële instrument der beweging moeten worden, maar zij faalde als zodanig bij gebrek aan middelen. De ontwikkeling van de in 1902 gestichte Anglo-Palestine Bank verliep veel gunstiger. Toen de laatste haar arbeid in Palestina begon (1903) was de zionistische organisatie juist aarzelend op weg naar practische arbeid in het land. Het vijfde congres (1901) besloot tot de stichting van het Joods Nationaal Fonds (Keren Kaje-meth Lejisraeel), als grondaankoopfonds der zionistische beweging.

Zo ging het Zionisme toch de weg van een gerichte toekomst, mèt zijn congres, zijn zwakke bank en zijn visionair fonds — voorwaar een drievoudig snoer, dat — naar Predikers woord — niet licht wordt verbroken. Wat wel werd verbroken, dat was de band van volk en profeet, want Theodor Herzl stierf op 4 juli 1904 — na een slopend bestaan — als slachtoffer van een hartkwaal. Aan zijn opvolger David Wolffsohn schreef hij kort voor zijn dood:


81

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.