Van Israelieten tot Israeliers

Titel
Van Israelieten tot Israeliers

Jaar
1965

Overig
Anderhalve eeuw Joodse geschiedenis 1815-1965

Pagina's
187



Maar wat betekende dat in de praktijk van het harde leven anders dan dat een kleine groep Joden wellicht nooit Palestina had verlaten en dat gedurende eeuwen van tijd tot tijd wat Joden hun oude land weer hadden opgezocht? Zeker, gedurende de 19e eeuw was de stroom sterker geworden en hadden uit vele landen (vooral uit Oost-Europa) vrome Joden (Chassidiem

o.a.) het vaderland teruggevonden om beter tot Gods geheimen te kunnen doordringen, om door devote levenswandel mede te werken aan het naderbij brengen van de Messiaanse Tijd. Omdat zij in de regel niet in hun levensonderhoud konden voorzien, waren zij aangewezen op ondersteuning uit de diaspora. Onder de populaire naam “Chaloeka” (= verdeling) bleef de inzamelingsactie ten behoeve van deze Joden bekend en wij spreken ook nu nog van Chaloeka-Joden. Vooral de bekende Amsterdams-Joodse bankiers de gebroeders Lehren hebben hierbij een rol gespeeld. Hun organisatie (“de Pe-kidim en Amarcalim der Israëlitische Gemeenten in het Heilige Land”) werd omstreeks 1808 opgericht. “Pekidim en Amarcalim”, afgekort “Pikoeam”, betekent eigenlijk “beambten en opzichters”. Bedoeld is dan: “van de gelden, die werden bijeengebracht tot ondersteuning van behoeftige Joden in het Heilige Land”. De Pekidim-organisatie werd speciaal in het leven geroepen voor steun aan Joden, die uit IF^r^-Europa (Nederland en Duitsland) afkomstig waren. “Kolel” (= gemeenschap) noemde men de nationale groepen, waarvan de leden recht konden doen gelden op een aandeel van de uit bepaalde landen binnengekomen gelden. De groep, die door de Pekidim werd gesteund, werd Kolel HuD genoemd, HuD, een abbreviatuur van Holland und Deutschland. In 1859 verwierven de Lehrens in de oude stad Jeruzalem een stuk grond, waarop zij huizen lieten bouwen voor de door hen ondersteunde Joden. Nog herbergt de oude stad wellicht de concrete resten van hun Zionsliefde.

Zo woonden in Palestina omstreeks 1880 een 25.000 Joden, van wie de helft in Jeruzalem en de rest voor het grootste deel in “heilige” steden als Tiberias, Safed en Hebron, een deel ook in de havenstad Jaffa. Met landarbeid hadden al deze vromen wel uitermate weinig uitstaande, hoezeer er toch ook symptomen zijn, die wijzen op een aarzelende evolutie in dezen. Wij denken aan de Jeruzalemmer Joël Mosche Salomon, die in 1878 een eerste ernstige poging deed tot landbouwkolonisatie. Eerder (1870) had Jacob (Charles) Netter in opdracht van de Alliance Israélite Universelle in de nabijheid van Jaffa de landbouwschool Mikweh Israël gesticht, die echter als gevolg van twee oorzaken vooral zonder invloed is gebleven op de ontwikkeling der kolonisatie, die thans onze aandacht vraagt. De “oude Jisjoew” bestreed deze wereldlijke school — dat was punt één. Toen na de dood van Netter - die zelf wèl in nationale categorieën dacht - zijn schepping tot


77

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.