Van Israelieten tot Israeliers

Titel
Van Israelieten tot Israeliers

Jaar
1965

Overig
Anderhalve eeuw Joodse geschiedenis 1815-1965

Pagina's
187



beelden slechts kennen door de mededelingen van zijn rechtstreekse leerlingen.

Baal Schem is eigenlijk in het algemeen iemand, die Gods naam gebruikt in magische wonderdoenerij; er waren er velen, die deze naam droegen. De toevoeging “Tov” betekent in ons geval waarschijnlijk dat Israël ben Eliëzer zulk een wonderdoener was, die zich een goede (tov) naam had verworven.

Aan de Bescht mag historisch een aantal grondelementen van de chassidische Leer worden toegeschreven, waarvan de diepere oorsprong relaties vertoont met de oorspronkelijke Joodse mystiek (Kabbala). Dat de diepe teleurstelling over de valse “Messias” Sabbatai Twsi (1666) in de eeuw daarna leidde tot hernieuwde bezinning op de innerlijke krachten van de Joodse mystiek, staat vast. Het Chassidisme bracht de massa, die in haar nood iedere valse Messias had willen volgen, tot een levensbeschouwing, die het Westen door Martin Buber leerde verstaan als een “Mystik des Alltags”, een religieuze conceptie, die voor iedereen, ook de armste en simpelste Jood, zo maar te aanvaarden was en die hem uit de diepste vernedering van de dag voerde tot de hoogste bezieling der eeuwigheid. Miskotte heeft in een analyse van Bubers verhouding tot dit Chassidisme zijn inhoud aldus geformuleerd:

“De grondwoorden die het geestelijk leven van de chassidim aanduiden en die voor duizenden eenvoudige, arme, geplaagde mensen destijds de pijlers waren hunner verheffing, de draagkracht van hun onverstoorbaar vertrouwen, het venster naar de steeds hernieuwde vreugde — deze grondwoorden omschrijven geen zelfstandig object, God of de komende wereld, evenmin een staat der ziel. Het zijn heilige termen voor verhoudingen, voor ge-richtheden. Hitlahawut, het branden, de extase, “das Gottumfangen” — Awoda, het buigen, de dienst der gebeden, “das Gottdienen” — Kawwa-na, “die Ausrichtung”, het ethos, het geheim van de op een doel (“Ziel”, niet “Zweck”) gerichte geest — Schiflut, de toestand van het deemoedig ingeschakeld-zijn met alle creatuur, hoewel men zich enig en “einmalig” weet. Tussen Hitlahawut en Awoda bestaat een dialectische verbintenis, ook, hoewel op andere wijze, tussen Kawwana en Schiflut. Altijd en overal kan Hitlahawut verschijnen, intreden: ‘Jede Stunde ist ihr Schemel und jede Tat ihre Thronlehne’; want in de extase is de mens tegelijk vermengd met de (zuivere) creaturen en afgescheiden van de (gevallen) wereld. Afgescheiden echter alleen om der wille van Gods exiel; de door de extase ontvoerde is Gods vriend ‘wie der Fremdling eines andern Fremdlings Freund ist, ihrer Fremdheit auf Erden wegen. Maar juist daarom slaat de Hitlahawut öm in Awoda, want deze dienst is tenslotte een zich ten dienste stellen van de Schechina (de Godsheerlijkheid in de verstrooiing), die door de “magische” kracht van de gebeden met Elohut (het Godswezen) kan herenigd worden. Dit is een dienst aan God in de letterlijke zin; dit volgt uit de polaire betrek-

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.