Zo sprak Jacob Israël de Haan bij het afscheid van zijn Joodse vrienden op zondagavond 1 december van datzelfde jaar 1918 in de Amsterdamse “Beurs voor den Diamanthandel” aan het Weesperplein. Begin 1919 vertrok de dichter naar Jeruzalem, waar hij in 1924 werd vermoord; de eerste politieke Joodse moord in het moderne Palestina. Het was een chaloets van de Derde Alija, die uit overtuiging de drie schoten afvuurde, die een eind maakten aan het leven van een Nederlandse Chowew Zion, die verdwaald was tussen de sterke, linkse bouwers aan een volstrekt nieuwe Joodse staat. Een uniek man, die wel de stem van het oude Jeroesjalajim had gehoord, maar die had moeten ervaren dat er een ander geslacht was gegroeid in de straten van een ander Jeruzalem...
110