Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Titel
Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Jaar
1954

Pagina's
114



men op zijn minst dit citaat te toetsen aan Da Costa’s andere autobiografische mededelingen en zich rekenschap te geven van de letterkundige, historische en andere eigenaardigheden van zulke getuigenissen. Waar is — nu niet Da Costa — maar Kleio gebleven?

Stellen wij het probleem van de autobiografie van bekeerlingen eerst algemeen. Het is een bekend verschijnsel dat renegaten de behoefte gevoelen aan rechtvaardiging. De eigenaardige structuur van het Joodse volk in ballingschap doet het onderscheid tussen bekeerling en regenaat immers vervallen. Dit verklaart de vruchtbaarheid van het genre. Dan, in de regel, wordt van Christelijke zijde op getuigenissen aangedrongen. Dit doet in zulke pamfletjes de nadruk vallen op het moment, waarop de in zijn geloof onbevredigde Jood de waarheid in het Christendom vindt. Gewoonlijk geadstrueerd door verhalen over wanbegrip in de eigen kring, felle bestrijding en belastering van de afvallige, die zich temidden van verguizing weet staande te houden door de innerlijke vreugde om zijn verworven geloof. Nu en dan — bij wat meer gevorderden — nog geaccentueerd door wat theologische bespiegelingen over drieëenheid, meervoudige naam van God, Jesaja 53, Messianisme, etc. En dikwijls verbonden met toevallige gebeurtenissen, of wel het lezen van een of ander boek, dat plotseling nieuwe accenten vertoont. Wij verwijzen naar: De Wonderlijke Leidinge Gods; omtrent eenen blinden leidsman der blinden op wegen en paden die hij niet kende, van Christiaan Salomon Duitsch 97) en De Nederlandsche Jood door Louis de Leeuw. 98) Beiden zich noemende respectievelijk: „Geweezen Joodsche Rabby” en „Voormalig Leraar in Israël.” Ze zijn in onze collectie nog de meest interessante, bieden echter geen enkel aspect voor nadere studie, gezwegen nog van de ondenkbare mogelijkheid om ze als kroongetuige aan te halen bij een historische analyse.

Nu terug naar Da Costa. Stellen wij eerst vast, dat de dichter zeer ongaarne over zijn bekering sprak of schreef. Ook dit een opvallend verschijnsel, maar niet voor ons. Wanneer eenmaal de bekeerde Jood (hoe vreemd moet de romanticus zich juist onder zijn zo anders geaarde „collega’s” hebben gevoeld) Her-schell hem bidt en smeekt 99) om een propaganda-auto-biogra-fie, schrijft hij er met moeite een, maar deze is er dan ook naar. Even exceptioneel in het genre, als Isaac’s doopgeval temidden

97.    Amsterdam, 1768.

98.    1864.

99.    Dissertatie, 101.

57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.