Amsterdamse gemeente. Dat men tegen de Emancipatie streed was maatschappelijk bepaald en kwam voort uit een verstard a-dellijk separatisme Deze strijd tegen het neerhalen van de muren van het ghetto strookte met de benepen wens, de eigen „emancipatie”, die zij reeds eeuwen meenden te bezitten, niet te laten devalueren door de vrijheid van de Joodse massas. De Sefar-diem schuwden daarbij niet de uiterste radicalen als hun medestanders op te zoeken en hen te voorzien van argumenten. En dat Isaac zich in zijn verdediging tegen het antisemitisme — dat hij klaarblijkelijk dus zeer reëel aanvoelt — op deze wankele theorie beroept, bewijst eens te meer, dat hij zich voorlopig in niets onderscheidt van zijn Amsterdamse mede-Sefar-diem.
33