Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Titel
Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Jaar
1954

Pagina's
114



Die plicht voldaan, vaar, vaar hier voort de bloemen Te plukken, die de Wijsheid teelt.

Zoo zal het tempelkoor U steeds zijn sieraad noemen Daar Eendrachts kring in Uw beroemdheid deelt. 27)

Het onderscheid is, gezwegen van dichterlijke kwaliteit, kenmerkend voor een verschil in Jodendomsstijl. Busken Huet heeft dit aangevoeld, toen hij in „Heine’s gemoed bij voorkeur het Jodendom der werkelijkheid (constateerde) met zijne vernedering, zijne krankheden, zijn isolement” (en wij voegen er snel aan toe: zijn innigheid) — en ten aanzien van Da Costa vaststelde, dat hij „onophoudelijk uit spelemeijen (ging) met een fantastisch Israël van adellijken huize. 28) Formuleren wij het korter: Heine was een typische Aschkenazie, Da Costa (evenals Disraeli) een typische Sefardie. 29)

VIL Het was dus een Sefardische Joodse jongen, niet toegerust met duidelijke voorstellingen van Jodendom, die omstreeks 1813 voor het eerst in contact komt met de grote wereld. Hoe verloopt dit? Hier ligt een probleem ter tafel, dat niet is af te doen met. autobiografische mededelingen van een geëxalteerde bekeerling, jaren later geuit.

Een parallel met de reeds door ons genoemde andere Sefardische romanticus ligt voor de hand en is eveneens door Busken Huet beproefd. 30) Zij verschaft ons de mogelijkheden tot verruiming onzer visie. Want de bestudering van de figuur Da Costa behoort thuis in dat wonderlijke grensgebied, dat wij Geschiedenis van de Joden in Nederland plegen te noemen en dat zowel naar de Nederlandse als naar de Joodse zijde speciale aandacht vraagt. Niet in het minst op het gebied van de verhouding Jood-niet-Joden.

„De zoon van een joodsch boekwurm” heeft zwaar geleden onder zijn Jood-zijn. Hij kreeg er — om de moderne term te gebruiken — een complex van. „Wat voor Byron zijn klompvoet was, was voor hem zijne besnijdenis.” 31) Busken Huet was het ook, die de diepe problematiek van het Joodse kind heeft door-vorst. „Hoe moet ik, Jodekind met beperkte middelen, het aan-

27.    Het gedicht op Cardoso gepubliceerd in Vrijdagavond, 23-10-1925.

28.    a.w. 188.

29.    Sefardie = Mediterrane Jood; Aschkenazie = Europese i.c. Oost-Europese Jood.

30.    Litt. F.K. 21, 81.

31.    a.w. 78.

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.