Trällert vor sich hin ganz leise,
Bis er endlich lautauf jubelnd Seine Stimm’ erhebt und singt:
Lecho Daudi Likras Kalle —
Lecho Daudi Likras Kalle —
Komm, Geliebter, deiner harret Schon die Braut, die dir entschleiert Ihr verschämtes Angesicht!
Dieses hübsche Hochzeitcarmen Ist gedichtet von dem groszen,
Hochberühmten Minnesinger Don Jehuda ben Halevy. 26)
En nu Da Costa :
Een dubble krans, gestrengeld in Uw haren,
Versier’ U ’t achtbaar hoofd,
Waar gij voor Israël, bij zijn onschendbre altaren,
Den waren God in vrome zangen looft.
En waar ge bij getrouwe letterminnaars De vrucht der wetenschappen plukt En zelfs den palm bestemd voor d’overwinnaars Op Uwen schedel drukt.
’T is schoon de zielen diep te treffen Door ’t buigen van een gladde stem,
’T is schoon het menschelijk hart naar Hem Die is, Die was, Die zijn zal te verheffen.
T is schoon zich in den letterstrijd Door geest en onverwinbre vlijt Laurieren te vergaren.
Maar schoonst bij lettermin te paren
Dat vaste denkbeeld van ’t gewicht
Van Uw beroep, dat U de zuiverste vermaken
Als ongeoorloofd doet verzaken
Onttrekken zij het minst aan Uwen heiige pligt.
Doe dan nog lang Uw stem de hooge tempeldaken Weergalmen van haar zoete melody.
Doe ’t d’eerbied van het volk en zijn gevoel ontwaken Voor M o s e s wet en Davids poezy.
26. Heine’s gedichten geciteerd naar H. Bieber: Jüdisches Manifest, 1946.
17