Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Titel
Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Jaar
1954

Pagina's
114



Isaac verwierf generlei kennis van het Jodendom. Het Hebreeuws was hij zeker niet machtig; men tone ons een enkele proeve uit zijn omvangrijk oeuvre. Een nadere bestudering van zijn Voorlezingen over het Oude Testament overtuigt een ieder, die zelfs een beginneling is in de taal der profeten. Nietszeggende aanhalingen van hebreeuwse woorden verpletteren door hun simpelheid. 11) Het is uitgesloten, dat hij de bijbel in de oorspronkelijke taal heeft gelezen, laat staan bestudeerd. Zuiver litterair wordt in Da Costa’s poëzie dan ook slechts de toon van de Statenbijbel beluisterd. De heldere opmerkingen van Busken Huet hierover zijn nog altijd het lezen overwaard. 12)

„Hetgeen men haar (n.1. Da Costa’s poëzie) oosterschen gloed noemt, is in waarheid niet anders dan de echo der naar het hollandsch taaleigen en den hollandschen smaak ingerigte overzetting van het Oude Testament”.

En even later:

„Da Costa’s oorspronkelijke hymnen herinneren zoomin aan het hebreeuwsch idioom, als zijne vertalingen van Aeschylus den Griekschen tongval teruggeven.”

Zijn latere studie van de Bijbel opent dan ook geen enkel perspectief, zoals men had kunnen verwachten van een begaafde Joodse Hebraïcus, die ijverig Christen werd. Men ontkomt niet aan de indruk, dat hij de willekeurige hebreeuwse citaten (ook boven zijn gedichten) gebruikt heeft als een soort van in het oog lopende methode tot gewichtigdoenerij. De vreemde letter-karakters doen het niet kwaad. Of Bilderdijk hem hierin is voorgegaan of gevolgd, kunnen wij op dit moment niet nagaan, maar de kenner van het Hebreeuws doet het nu en dan een beetje belachelijk aan.

Hoe verschilt Isaac in dit opzicht van de niet-Jood Goethe, 13) die niet slechts het Hebreeuws, doch ook het Jiddisch ijverig bestudeerde, om, naast de oertekst van het Oude Testament ook de sfeer van het Joodse leven beter te leren kennen. Goed, blijkbaar was de methode van het hebreeuwse onderwijs niet de juiste, maar de dichter probeerde het dan toch maar. Hij vertaalde het Hooglied, volgens sommigen direct naar de Hebreeuwse grondtekst. En wanneer dat laatste ons even onge

11.    Voorlezingen, 1845, Eerste deel: 285, 316, 369, 374, 388. Deel twee 66, 72, 100, 104, 145 etc.

12.    Litt. F.K.; I, 187.

13.    L. Deutschlander: Goethe u.d.A.T., 1923, 27.

12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.