Rationalisme, Romantiek, Risjes

Titel
Rationalisme, Romantiek, Risjes

Jaar
1978

Pagina's
80



-50-

Dr. J.H.J. Willems wees mij erop, dat in latere drukken de "tandenjood" blijkt vervangen door Tandmeester, de term die dus als tweede aanduiding in de CAMERA voorkwam. Bij onderzoek der talloze edities (de Stadsbibliotheek van Haarlem bezit ze alle!) kon ik de emendatie in de 4e druk voor het eerst signaleren. Deze dateert uit 1883.

Toen was in ons land reeds zeven jaar een andere bestseller in de roule-ring (al evenzeer pennevrucht van een populaire theoloog), waarin een joodse TANDMEESTER ten tonele wordt gevoerd. En hoe!

2. François Haverschmidt

Uit Familie en Kennissen, Schiedam, H.A.M. Roelants, 1876.

Om de zesde schets gaat het ons, die wij hier laten volgen (naar de eerste druk, pagina 93/103): DE TANDMEESTER.

"Ik heb hem gehaat, met een doodelijken haat. Dit is letterlijk waar, al is het schandelijk. Toen hij begraven werd had ik pleizier: ik klapte in de handen.

Er waren verscheiden schilderachtige koppen bij, meende neef Kool, die ook voor het raam naar den stoet stond te kijken. Nu dat mag wel zoo geweest zijn. Vooreerst had neef er verstand van. Van hem is dat landschap dat bij ons in de tuinkamer hing en waarvan vader altijd zei dat men neef maar verdriet zou doen met het weg te nemen. Het stelde, geloof ik, het uitbreken voor van een veepest. Blijkbaar hadden de koeien die er op graasden de ziekte al onder de leden; en dat de vermoedelijke oorzaak van de kwaal in slechte voeding school en bedorven drinkwater, dat had de schilder duidelijk gemaakt door aan het gras de kleur te geven van groene zeep, en door een sloot op den voorgrond te vullen met slappe thee en veel melk. Maar ook afgezien van neefs gezag als beoefenaar der kunst neem ik aan dat er in de kromme neuzen, de donkere oogen en de pikzwarte, of vuurroode, baarden onder de vervaarlijke steken der dragers meer tekening zat dan in de breede maar onberispelijk gladgeschoren kaken (hoe scheert zoo'n pokdalig mensch zich toch zoo onberispelijk?) die niet zonder moeite boven de geweldige witte das van den afgescheiden kleermaker en groefbidder over ons uitkomen. En niettemin werkten de dragers uitsluitend op mijn lachspieren, terwijl zij daar twee aan twee voorbijtrokken. Misschien ook dat deze uitdrukking wel wat statig is. Althans toen de heele troep, bij het afdalen van de steenen brug voor ons huis, het om de lijkkoets bij te houden op een drafje zette (waarbij de oude Kallemo-zes nog onder de voeten geraakte, en Salomon Mug over hem heen, want het was vuil en glibberig op de straat), toen vooral had de optocht niets plechtigs, en ik gierde het uit, hoewel ik nu vind dat het niet te pas kwam. Neen het kwam niet te pas, en geen week later ook of ik had mijn verdiende loon: ik verging van de pijn.

Het geval wilde dat mijn gebit in een staat van overgang verkeerde en dat de beurt om plaats te maken voor een duurzamer opvolgster juist was aan een buitengewoon ziekelijke, maar met dat al radeloos hardnekkige kies.

De natuur deed zeker haar best om de weerspanneling uit den weg te ruimen maar dat langzame, dreinerige knagen begon mij te vervelen. Ik nam dus een griffel, behoorlijk geslepen, en stak die zoo diep ik kon in den gapenden muil van het kleine, onwillige monster. "Knap", zei de punt van mijn wapen en ik lag te krimpen als een afgestroopte paling in het zout.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.