Rationalisme, Romantiek, Risjes

Titel
Rationalisme, Romantiek, Risjes

Jaar
1978

Pagina's
80



-45-

Opmerkelijk aan het slot de discussie over de inhoud van het "manuscript" tussen de bewerker en het echtpaar Hoorner, waarin de vraag aan de orde wordt gesteld (door R.v.d.A.):""of het vooroordeel, dat men in het landstadje tegen de Joden koesterde, niet welligt eenigzins overdreven geteekend mogt zijn?" doch mijn vriend antwoordde, dat als men in het oog hield, welke vernederende bepalingen, ten opzigte der Israëlieten, nog in het laatst der 18de eeuw, in Europa, in vele Staten, bij de Lands-wetten waren vastgesteld; hoe hun op de eene plaats alle aandeel aan de burgerlijke regten ontzegd; hun, op eene andere, eene afzonderlijke des nachts afgeslotene wijk ter bewoning aangewezen was, dat men zich dan niet moest verwonderen, dat in kleine afgelegene steden, in het anders zoo liberale Nederland, zich vooroordeelen hadden genesteld, welke alleen de tijd vermogend was, langzamerhand te doen ophouden. "En waarlijk," dus vervolgde hij, "wij behoeven zoo ver niet naar bewijzen te zoeken, welke ons dagelijks kunnen overtuigen, dat er nog altijd sporen van die vroegere ongunstige denkwijze ten opzigte der Joden zijn overgebleven. Bezoek den Schouwburg slechts, en zie, hoe onze Dames het neusje verachtelijk optrekken, als het toeval haar naast een Jodinnetje plaatst. Zij zelfs, welke zoo weinig hooghartig zijn, dat zij eene Christin uit den burgerstand vriendelijk zullen toeknikken, zullen zich met eene Israëlietin, die tot de aanzienlijkste familiën behoort, vooral niet meer inlaten als hoogst noodzakelijk is, en, als zij het ontwijken kunnen, zich houden, alsof zij haar volstrekt niet kennen. Bij velen onzer sekse is het waarlijk weinig beter; ook zij moeten den Jood al als een' zeer gecrediteerd man kennen, om zich openlijk met hem te vertoonen; en hoe weinig worden zij tot de gemeenzame kringen der Christenen toegelaten! Zelfs in de groote handelsteden doet dit vooroordeel zijne kracht gevoelen, en ook daar    gelukt    het    slechts    weinigen,

voor zich, en nog    minder voor hunne familiën,    den    toegang    tot    die    plaat

sen te verwerven, tot welke het lidmaatschap alleen de toelating kan verschaffen." Ik konde, helaas! dit niet wederspreken......

Besluiten wij met een letterlijk fragment:

Sara. (0£ een1 smeekenden toon:) Geloof mij, Van Stofberg! ik bezweer het u, nimmer kan    ik de uwe worden.

Van Stofberg. Wie    verzet er zich tegen?

Sara. (Zacht:) De Godsdienst.

Van Stofberg. Wat heeft de Godsdienst met onze liefde gemeen? de tijd is voorbij, dat men zich aan die dwaasheden bekreunde, ieder ga zijn' eigen' weg, hetgeen ons niet kan beletten, elkander hartelijk en getrouw lief te hebben.

Sara. Dwing mij niet, Mijnheer! over uwe ligtzinnigheid te blozen; wat is de mensch zonder Godsdienst? wat kan er van de naauwste betrekking des levens van menschen worden, welke hunnen God op zoo verschillende wijze dienen, dat hetgeen de één voor waar houdt, door den anderen diep veracht en verworpen wordt?

Van Stofberg. Beminnelijke Dweepster! gij denkt inderdaad te ernstig over eene in mijne oogen onverschillige zaak. Buitendien behoor ik tot het verdraagzaamste kerkgenootschap, dat gij kunt aantreffen: ik ben Remon-strantsch.

Sara. (Eenige voetstappen t_e:rug tredende, op plegt igen t oon:) En ik eene Jodin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.