Rationalisme, Romantiek, Risjes

Titel
Rationalisme, Romantiek, Risjes

Jaar
1978

Pagina's
80



-H-

in het verborgene, en geef u niet noodeloos aan eene verachting prijs, tot welke de gedragingen van velen onzer natie te zeer het hare hebben toegebragt, om op eene spoedige uitroeijing van het algemeen vooroordeel te durven hopen* Israëlieten zijn wij; als zoodanig willen wij leven en sterven; maar, terwijl wij een oord gaan bewonen, alwaar niemand ons kent, - waar geene synagoge het verstrooide kroost van Abraham verzamelt - voor ons zelve houden, op welke wijze wij Jehova dienen* Niemand zal ons dââr onze geloofsbelijdenis afnemen, men denke van ons wat men wille; maar zonder mijn verlof ontdekt gij aan niemand, tot welk volk wij behooren« Als de weldaden, die wij om ons heen verspreid hebben, de menschen geleerd hebben ons te achten en lief te hebben, dan wil ik dien sluijer afscheuren en zeggen: "Ziet, dit alles hebt gij aan een’ Israëliet te danken!""

Een Marranen-figuratie, die alle conflictstof in zich droeg en daarop spitst de mise en scène zich toe*

Het meisje onderhield immers sociale contacten met "alle Dames-gezel-schappen van hunne nieuwe woonplaats*"

Vijf jaar lang ging dit goede Toen kwam (gevolg van een nieuw belastingstelsel) een jonge belastingambtenaar roet in het eten gooien* De relatie tussen Sara da Cunha en deze heer Van Stofberg eindigde in een schandaal, dat de inleiding werd tot Sara’s tragische, vroege door de tering begeleide levenseinde* De enige, die het joodse meisje tot op het allerlaatste moment haar vriendschap niet onthield, was de gouvernante ten huize van de Stads-Secretaris, Lotje Verschuur * Haar trouw werd beloond door de eenzaam achter gebleven vader, die al spoedig het Slot verliet, dat - met een lijfrente - werd geschonken aan Lotje Verschuur, wier latere echtgenoot Karei Hoorner (naar Rob iele van der Aafs literair recept) dit verhaal opschreef, dat als manuscript (bestemd tot publicatie na Eleazars dood) onder Hoorners nagelaten papieren werd gevonden« Mevrouw Hoorner zelf had voor het joodse meisje op het landgoed een gedenksteen laten oprichten* Op de ene zijde daarvan las men: DOOR BEWELDADIGDE VRIENDSCHAP AAN DE ASSCHE VAN SARA D,*CUNHA TOEGEWIJD. En op de andere:

ZIJ STIERF IN DEN BLOEI DES LEVENS ALS EEN SLAGTOFFER DES VOOROORDEELSo

Zeer verrassend tenslotte, dat Robidê van der Aa aan het slot al symptomen laat doorschemeren van een proto-zionisme!

"Toen, een jaar later, de Heer Dacunha in het Wapen van Amsterdam logeerde, en met zijnen correspondent aldaar de noodige beschikkingen voer eene langdurige reis maakte, was hij kinderloos* Eene uitterende ziekte had zijne lieve Sara van zijne zijde weggenomen, en zijn oude François was thans de éénige op aarde, die door banden van hartelijke genegenheid aan hem verknecht was; met dezen besloot Dacunha geheel Europa door te reizen, zijne verspreide geloofsgenoot en op te zoeken, en zoo mogelijk een geschikt oord uit te vinden, waar hij deze om zichvereenigen, eenen afzonderlijken Staat, alleen door Joden bewoond, konde vestigen* Het is ons plan niet hem op deze togten te volgen, noch te ontwikkelen, hoe de winzucht zijner geloofsgenoot en, evenzeer als de meer en meer wijkende vooroordeelen van de bestuurderen der Christen-Stat en, zijn plan onoverkomelijke zwarigheden in den weg legden* De Joden toch ontvingen bijna overal meerdere maatschappelijke vrijheden, en hadden te lang uit elkander verspreid omgezworven, om dit nationaal volkskarakter te bezitten, dat noodig was, om in de onbaatzuchtige plannen van den edelen Dacunha te deelen*"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.