Rationalisme, Romantiek, Risjes

Titel
Rationalisme, Romantiek, Risjes

Jaar
1978

Pagina's
80



-46-

Als verpletterd stond Van Stofberg, op het vernemen van dit berigt, als aan den grond vastgenageld, zoodat Sara gelegenheid vond, zich te verwijderen; toen hij een' oogenblik later, weder tot zich zelven komende, haar met drift wilde volgen, trad de Heer Dacunha hem in den weg. "Geef u geene vergeefsche moeite, Mijnheer!" zeide deze, "mijne dochter ziet gij nimmer weder; doch volg mij naar het    kasteel, en ik ben bereid,    voorbij te zien, dat gij als een roover mijn    erf zijt binnengeslopen,    en    de

regten hebt vergeten, welke ieder vader op zijn kind heeft."

Van Stofberg. (In drift opstuivende:) Ik ben niet gewoon, mij door iemand ongestraft te laten beleedigen.

Dacunha. Jongeman! bedenk waar gij u bevindt, en tart de drift van een’ beleedigd vader niet, welke de regelen der welvoegelijkheid te wel kent, om aan iemand toe te staan, die jegens hem uit het oog te verliezen: verkiest gij mij niet te volgen, het staat u vrij; doch dan moet ik u verzoeken, hoe eerder hoe liever mijn erf te verlaten.

Van Stofberg. Ik ben Lands-ambtenaar.

Dacunha. Hier erken ik u als zóódanig niet.

Van Stofberg. Ik ben de minnaar uwer dochter.

Dacunha. Ik haar vader.

Van Stofberg. En als ik nu verklaar, niet te willen vertrekken!

Dacunha. Dan zult gij mij dwingen, u van    de plaats af te zetten.

Van Stofberg. Verstout u niet mij aan te    raken, armzalige Smous!

Dacunha. Schaamtelooze indringer! mijn geduld is ten einde.

Bliksemsnel greep de stevige hand des verbolgen' vaders den krachteloo-zen jongeling aan, welke, eer hij het vermoedde, als eene veder, over een laag staketsel heen vloog, en juist in het mulle zandspoor onzacht neder-viel, toen eene groep jonge lieden, van eene avondwandeling, naar de stad terug keerden. Zij barstten in schaterend gelach uit, over de zonderlinge verdrijving des inspecteurs, die, onder het uitbraken der verschrikkelijkste bedreigingen, zich aan hun gezigt onttrok.

Den volgenden dag was de geheele stad in opschudding: de jongelingen, die Van Stofberg, als een' vreemden indringer, welke hun overal den pas afsneed, reeds sinds lang geen goed hart toedroegen, verzuimden niet, overal te verspreiden, op welk eene smadelijke wijze de Heer Dacunha hem zijne plaats had doen ontruimen; en de beleedigde inspecteur, wiens liefde in haat veranderd was, vertelde overal, dat de bewoner van het Kasteel een ellendige Jood was, die, in de hoop van onbekend te blijven, zich op dit afgelegen plaatsje had nedergezet. In het eerst was het, alsof de stedelingen het voor onmogelijk hielden, dat een man, zoo welgemanierd, zoo deugdzaam en weldadig als hun buurman van het Kasteel, tot de bij hen zoo verachte Joden-kaste konde behooren; doch weldra bekwam men daarvan de onloochenbare verzekering. Verstomming was op aller gelaat te lezen, en de vroeger aan den Heer Dacunha betoonde achting verkeerde plotseling in haat; men zag er duidelijk een nieuw bewijs in voor der Joden zucht, om eerlijke Christenmenschen te bedriegen....«

Literatuur: Jan ten Brink GESCHIEDENIS DER N.N. LETTERKUNDE I, 362 vermeldt R.v.d.A als de voornaamste medewerker van het sedert 1834 te Amsterdam verschenen MAGAZIJN VAN ROMANTISCHE VERHALEN. Hij behoorde anno 1837 tot de eerste GIDS-redactie, maar verdween daar spoedig van het toneel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.