denken aan de bloeitijd der Amsterdamse Joden. Aan bun worsteling om behoud en hun opgang — hun cultuur en geestelijke waarden. Wij denken aan Van Beuningen, een Amsterdamse Burgemeester, Hebreeuws krassend op de harde muur van zijn patriciërswoning. En nadat ik voor U heb geciteerd uit Busken Huet’s Land van Rembrandt: „Er lag in die dagen een Hebreeuwse tint over de Nederlandse samenleving... voer ik U node terug naar de werkelijkheid van een verweesde Jodenhoek, waar Rachel weent om hare kinderen, die er niet meer zijn.
40