Erfenis der emancipatie

Titel
Erfenis der emancipatie

Jaar
1963

Pagina's
76



teerden van de Hoofdcommissie over deze aangelegenheid geeft een frappante indruk. Hij schreef:

„Dat hij verneemt, dat het UWEd. wel genoeg bekend zal zijn, dat de voorgenoemde bezwaren van den Eerwaarden Opperrabbijn van Nijmegen uit dezelfde bron voortgevloeid, vereischte kundigheden zijn in de weg gelegd, maar wel om bijzondere belangen, die hier in het spel werden gebracht, zoals dit gelijk het aan UWEd. zeer bekend is, telkens met vroegere candidaten heeft plaats gevonden, die zich als examinandi voor het Rabb. Collegie hadden gesteld en van wien men eerst verbintenis of handtasting heeft gevorderd”. Schaap schrijft verder:

„.... dat hij elf diploma’s van verschillende Rabbijnen in Duitsland en Frankrijk heeft, o.a. van Opperrabbijn Ettlinger te Mainz, den gewezen leermeester van den heer Lehmans en dat de Opperrabbijn van Leeuwarden Dusnus de hoofdrol gespeeld heeft en hem zelfs vóór het examen had geraden zich terug te trekken, daar geen der kandidaten zou worden toegelaten en dat zij besloten hadden met gesloten biljetten te stemmen, hetgeen nog nooit vroeger had plaats gehad.

Zelfs op den morgen van het examen heeft O.R. Dusnus aan Schaap verzocht zijn plaats als eerste die geëxamineerd zou worden, die hij geloot had, aan een ander af te staan onder het voorwendsel, dat het dan niet zoo onaangenaam zou zijn als hij afgewezen werd.

Door tusschenkomst van een zwager van Dusnus werd hem toen tevens te verstaan gegeven, dat hij die twee jaar zorgeloos zou kunnen leven en dat het huis van Dusnus en diens tafel voor hem zouden openstaan, eenzelfde aanbod als ook Lehmans hem daarna deed ....

Dat hij de voorwaarde van twee jaar niet solliciteren maar heeft geaccepteerd, omdat hij van alle middelen ontbloot was”.

Hoogst instructief is de brief van Herman Heijermans Sr. in de Vlissingsche Courant van 1844, waarin het heet:

„De heer Schaap bijna zijn gehele leven aan de beoefening der Joodsche Godgeleerdheid en de wetenschappen hebbende gewijd, assureert bij het even gemelde college van examen een rang van rabbijnscandidaat. Daar het evenwel tegen de belangen der examinatoren streed hem zijn goede eerlijke oogmerken te doen bereiken, neemt men zekere (schijnvrome) handlangers in den arm; deze jagen den onnoozelen Schaap angst en vrees aan. Door het ontzettende druipen bedreigd en afgeschrikt, verbindt hij zich onder plegtige eede, eerst na twee jaren gebruik van rang en diploma te maken, wanneer zij hem worden verleend of toegekend.

De heer Schaap is onderzocht, bekwaam bevonden, als Rabbijn-candidaat gegradueerd, maar hij bezit goede trouw, deugd, eer en godsdienstig gevoel genoeg om in weerwil der kolnidrijs1) van alle werelddeelen den eed getrouw te blijven en desnoods zijn levenslot van denzelven afhankelijk te maken. Zeldzaam inderdaad, maar waarheid!

Intussen heeft Z. Exc. de Minister van Nijeveld reeds eenigen tijd geleden een onderzoek naar dezen jesuitenstreek ingesteld, hetwelk niet gunstig voor Schaap’s belager moet zijn uitgevallen”.

De toon! Iets van de achtergronden der familie Heijermans, waaruit eenmaal de schrijver van Diamantstad geboren zou worden, wordt ons hier geopenbaard!

Van dit gezichtspunt uit kan de strijd om Frankel het beste worden benaderd. Verdachtmakingen allerwegen, uit onzuivere motieven; vooral uit angst voor concurrentie; niet het minst van de kant van de Drentse Raw J. M. Hillesum, die bang was

56

1

„Kolnidrijs” = van „Kol Nidrij”; beginwoorden van het bekende formulier waarmee de Grote Verzoendag aanvangt. (= „alle geloften”).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.