Erfenis der emancipatie

Titel
Erfenis der emancipatie

Jaar
1963

Pagina's
76



bevoegden geestelijke als Lidmaten der Israël. Synagogen kunnen worden aangenomen; onverminderd de Ceremoniën welke bij eenen Bar Mitswa moeten plaats hebben.

17e. Eindelijk zal er, na ingewonnen advijs van de Chebroth gemieloeth chassadiem, een reglement van orde voor de begrafenisplechtigheden door de Hoofdcommissie worden vastgesteld, ter naleving bij alle Ned. Israël, gemeenten.

Ziet daar, Geliefden! het heilige zaad, dat door mij is gestrooid en waaruit Gij ontwaren kunt, dat hierin door mij geene heiligschennis begaan — geene zonde bedreven is: dat ik het minste aan de dienst der HEEREN niet te kort gedaan, en mijne bedoelingen niet anders dan zuiver waren. Mijn innigste bede is dan ook tot den Eeuwige gerigt!, die mijne verborgenste gedachte kent, dat Hij mij steeds ter mijner regtvaardiging ter zijde staan en het begonnen werk met Zijnen vrucht-baarmakenden zegen bekroonen moge, opdat ook mijne belagers het laakbare hunner handelwijze leeren inzien, en de Hemelse vergiffenis door verbetering van hun levensgedrag deelachtig worden!

Aldus uitgevaardigd ter eere Gods en Zijner H. Leer, en uit Liefde tot de Waarheid en den Vrede, welke de hechtste steunsels der maatschappij zijn.

te Zwolle, den 6 Niessan 5602 17 Maart 1842

door mij OPPER-RABBIJN der Rabbinaten binnen de provinciën Overijssel en Drenthe en het arondissement Zutphen

H. J. Hertzveld

Doordat de Oppergeestelijke niet lang daarna (1846) stierf bleef zijn plan, plan. Anderen zou het vergund zijn op de ingeslagen weg voort te gaan.

Wij raken de eigenaardige problemen rondom de nieuwe Zwolse Raw Dr. Jacob Frankel, die eerst in 1851 in zijn ambt werd benoemd. Ook Frankel was van Duitse afkomst; in 1814 te Pommeren geboren. Hij bezocht grote Jesjiewes (Talmud-hoge-scholen) in het Oosten en promoveerde tevens in 1835 aan de universiteit van Glogau tot Doctor Philosophiae et Magister liberalium artium. Uitgesproken reformistisch was hij zeker niet; hij weigerde een rabbinaat te Mainz op principiële gronden. Uitgesproken conservatief was hij echter evenmin. Een grensfiguur. In de strijd om zijn persoon ontwaren wij alle onderscheiden groepen van het Nederlandse Jodendom.

Sociologisch is het allereerst noodzakelijk te wijzen op de economische motieven, die de Nederlandse Candidaat-rabbijnen tot een strijdbare en gevaarlijke (veelal met unfaire middelen werkende) vakgroep hadden omgesmeed. Ook practische factoren kunnen van betekenis zijn geweest. Allereerst dient echter te worden gewezen op de omstandigheid, dat de utra-orthodoxie zich graag liet gebruiken door de officiële rabbijnen-kringen om, op vaak geheel andere gronden, mensen te weren, die gevaarlijk konden worden geacht voor het traditionele Jodendom.

Hoe diep men wel gezonken was, bewijzen de praktijken rondom de moré-examens tussen 1840 en 1860. Uit de voorgeschiedenis van L. B. Schaaps promotie blijkt niet meer en niet minder, dat, teneinde deze jonge man als sollicitant voor het vacante Haagse Opperrabbinaat uit te schakelen, de andere pretendenten (i.c. de examinatoren Dusnus, Lehmans en diens zwager Berenstein), hun examencandidaat de voorwaarde hadden gesteld, dat hij — indien geslaagd — twee jaar na zijn examen niet zou dingen naar de opengevallen plaats! Schaaps brief aan de Gecommit

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.