wel komt bij ons tegen die werken op: daarin wordt geen onderscheid gemaakt tusschen het Jodendom als beginsel en tusschen de verschillende phasen of gedaanten van het Jodendom, of om het anders uit te drukken tusschen het philosophische en het historische Jodendom/
Er hoeft weinig aan toegevoegd. De namen zeggen wederom alles: Philippson, Geiger en tenslotte de verlichte onderwijzer Waterman, wiens briljante leerling Keijzer is geweest. Wij zijn ongemerkt reeds genaderd tot de merkwaardige groep der Nederlandse Godsdienstonderwijzers, deze geestelijke kleinkinderen van Moses Mendelssohn!
38