Het Joodsche lied, 2de boek

Titel
Het Joodsche lied, 2de boek

Jaar
1921

Druk
1921

Overig
1ed 1921

Pagina's
162



44

En 's ochtends voor het bloeiend huis gezeten, Rehoboth, waar de dagen zonnig zijn, Heb ik het brood van 't eigen land gegeten, En gedronken van zijn melk en zijn wijn.

Holland, een goed land, toch heb ik geleden, In Holland, wat elk man gebannen lijdt. Hier vind ik, al valt de tijd zwaar, mijn vrede. Hier weet ik, dat God Zijn Volk weer bevrijdt.

Hier hoor ik, dat elke Knaap met zijn miakker, Speelt in een nieuw Hebreeuwsch wel sterk en schoon. Hier geeft elk man zich aan zijn open akker, En vindt in eigen oogst het milde loon.

Vrees niet: dit land houdt zich ook voor u open, Als zijn Moeder heur armen voor mijn Knaap. Dit is het Land van ons strijden en hopen, 't Land van ons werk en eindelijken slaap.

Dezen morgen: zonder donkre geheimen Heb ik de rust van mijnen nacht volbracht. Uw Bloemendag: peinzend meet ik mijn rijmen Binnen de maat van mijn lied mild en zacht.

1920.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.