Het Joodsche lied, 2de boek

Titel
Het Joodsche lied, 2de boek

Jaar
1921

Druk
1921

Overig
1ed 1921

Pagina's
162



17

SABBATH

Hoe wonderschoon waart gij, zoo vroom en heilig, In de bloeiende jaren van mijn jeugd, Geen dag, die meer ons gaf aan vrome vreugd, Aan blijde wijding, ongestoord en veilig.

Wel schandelijk heb ik uw schoon geschonden, Uw heil gehoond, uwe wijding gesmaad, En nog, hoe keert gij, wonder zonder haat, En heelt met liefde mijne felle wonden.

Velen zijn zij, met wie ik lachend deelde De dagen en de nachten van mijn jeugd, Als wijn, die schuimt, schonk ik mijn vreugden heen.

En nu: daar ik jeugd en schoonheid verspeelde, Wïen is het dien mijn donker lot nog heugt? Geen der velen, maar u, Sabbath, alleen.

2

Het Joodsche Lied

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.