Het Joodsche lied, 2de boek

Titel
Het Joodsche lied, 2de boek

Jaar
1921

Druk
1921

Overig
1ed 1921

Pagina's
162



9

Voert niet eenmaal een knaap, die met zijn Vader Langs vrome wegen ten gebede gaat, Mijn Lied tot de Liefde van ons Volk nader, Als hij, gelijk ik, den Profeet verstaat? .

Er is geen tijd. Ook mijn lied is verbonden Door 't eeuwig Lied aan 't Lied van den Profeet. Zijn woord geeselde zonden als mijn zonden, Zijn liefde troostte leed gelijk mijn leed.

Er is geen tijd: wat ons hart houdt gescheiden Ons is ééne Leer, één Liefde en één Recht, Dichters van het Joodsche Volk zijn we beiden, Hij heerschend Meester, ik gegeeseld knecht.

Er is geen tijd: Het Joodsche Lied is eeuwig; Elk volk heeft zijn vreugd en zijn klacht gehoord, Vanwaar de bergen breken braak en sneeuwig, Tot waar de zee schuimt langs een bloeiend boord.

Gelijk de wolken vagen weg uw zonden, Elk hart is Gods Hart in één eeuwig leven. Tel niet van hoofd tot schenkel al uw wonden: Keer tot Hem weder. Hij heeft u vergeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.