Kwatrijnen

Titel
Kwatrijnen

Jaar
1924

Druk
1994

Overig
poezie

Pagina's
192



EEUWIGHEID.

Eeuwigheid: breek tot vaagsel al mijn dagen.

’t Is toch eeuwig vaagsel, dat gij mij breekt.

En gij waart niet, zonder mijn tijdelijk klagen. Wat was uw stilte als niet mijn wanhoop

[spreekt?

KWATRIJNEN.

Die na mij komen, lezen mijn kwatrijnen.

Zij zullen sidderen, als zij verstaan,

Met welk een marteling van hartepijnen Ik zingend door het Leven ben gegaan.

DOODSANGST.

Ik wreet zeker, dat Gij zult overwinnen, Eeuwigheid: met uw slechten knecht, de Dood. Maar met mijn ziel en mijne felle zinnen,

Zal ’k u bestrijden tot mijn laatste nood.

STRIJD.

Ik waakte en ben den stuggen strijd begonnen. Tegen het Oogenblik en de Eeuwigheid,

Totdat ik in de laatste snik verwonnen Mijn leden tot de laatste rust bereid.

OOGENBLIK-EEUWIGHEID.

Kon 'k één oogenblik hen getweeën scheiden: Oogenblik en Eeuwigheid,

Of één oogenblik hen vereenen beiden,

Ik rustte van mijn strijd.


48

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.