*13
verificatie, een naam, die bij overdracht τ) ook wordt gegeven aan het resultaat van het onderzoek, de vast-stelling der vordering, alsmede aan het geheel der handelingen, het proces, dat voor het onderzoek wordt vereischt.”
Dit is juist : eene vordering wordt door eenen schuld-eischer ingediend, opdat zij zal worden onderzocht op de vergadering der schuldeischers en zal worden toe-gelaten. 1) De drie handelingen: ״indienen, onderzoeken en toelaten” vormen dus een gesloten signifische groep, waarin de woorden dezelfde verschijnselen vertoonen als in de groep : ״aanspreken, antwoorden, toereke-nen.” De doelgedachte in het werkwoord ״onderzoe-ken” is de oorzaak, dat ״geverifieerde vordering” niet slechts beteekent ״onderzochte” vordering, maar ״on-derzochte en toegelaten” vordering. In de uitdrukking ״pro memorie verifieeren” (art. 128) beteekent ״veri-fieeren” zeker meer ״toelaten” dan ״onderzoeken”.
In het woord ״verificatiegeschil” heeft het woord Het woord ״verificatie” de beteekenis van ״onderzoek” zelfs geheel ״ve”5catiege־ en al verloren, en is de beteekenis geheel opgeschoven naar ״toelaten”. Immers : wel kan oneenigheid ontstaan over de vraag of in bepaalde gevallen de vordering ter verificatie-vergadering zal worden besproken en onderzocht (artikel 127), doch in dat geval ontstaat niet een verificatiegeschil, want de rechter-commissaris
8
1
Het onderzoek door den curator (art. 108—115) noemt Prof. Molengraaff : ״de voorbereiding der verificatie״.