99
Zwecken.״ x) Uitvoeriger in Deel III ״Zur Grammatik und Logik” Afdeeling I ״Sprache und Grammatik”
Hoofdstuk II ״Das Verbum”. Eene belangrijke stelling in dit Hoofdstuk is : ״dass insbesondere das Thätig-keits- oder Zeitwort keine einfache Wahrnehmung wiedergebe”. 1)
Door Lessing is het Wezen van het Werkwoord lessing. uitgedrukt als volgt : ״Eine Handlung nenne ich eine Folge von Veränderungen die zusammen ein Ganzes ausmachen. Diese Einheit des Ganzen beruht auf der Uebereinstimmung aller Teile zu einem Endzweck”. 3)
Dit is volmaakt juist. Maar niet juist is de meening van Lessing, dat het werkwoord eene handeling beschrijven kan. Integendeel: uit het Wezen van het werkwoord volgt, dat eene handeling nooit volkomen kan worden beschreven. Stel : iemand kende de hande-ling ״aanspreken” niet en wij wilden hem door eene beschrijving daarvan een denkbeeld geven. Wij zouden beginnen met beschrijving van een aantal handelingen, die te samen de handeling ״aanspreken” vormen. Maar de eenheid, die de vele handelingen verbindt, kunnen wij niet beschrijven. Het werkwoord is niet te beschrijven.
Het werkwoord is minder werkelijk dan het zelf- Onwerkelijk-ständig naamwoord: ״Beim Substantiv setzen wir in^e7ld, van het
. . . . . . Werkwoord.
der Wirklichkeit wenigstens eine Substanz voraus, die die vorausgegangene gemeinsame Ursache der Adjek-tive ist. Beim Verbum ist das Gemeinsame, der Zweck der minimalen Veränderungen, der Sinn des Verbums
1
Mauthner Deel III bldz. 55.
3; Mauthner Deel III bldz. 56.