98
de eisohen van de dagvaarding gelijk gesteld in artikel 143 van het Wetboek van Strafvordering. T) Het Ge-rechtshof te ’s-Gravenhage heeft in zijne zitting van 1 December 1910 nietig verklaard eene dagvaarding van eenige beklaagden : ״ter zake dat zij op 6 Augustus 1910, te Scheveningen te samen en in vereeniging hebben getracht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning van J. A. Tuyn, een aan dezen, althans aan een ander dan hen, beklaagden, toe-behoorend rijwiel weg te nemen enz.” Het Gerechtshof overwoog: ״dat ״trachten weg te nemen”‘als bij dag-vaarding gesteld, op zeer verschillende wijzen kan plaats hebben, en dus eene dergelijke vage te lastelegging niet inhoudt welk bepaald feit aan beklaagden wordt te laste־ gelegd”. Zeker is ״trachten weg te nemen” een verzamel-naam van een oneindig groot aantal handelingen. Doch ieder werkwoord is zulk een verzamelnaam van een on-eindig groot aantal handelingen. Nauwkeurig genomen zou dus iedere dagvaarding nietig zijn. Doch men behoort niet nauwkeuriger te zijn dan de redelijkheid verlangten deze verlangt ten aanzien van de dagvaarding eene nauw-keurigheid, waaruit de beklaagde vermag te begrijpen, waarvoor hij gedagvaard is. Wellicht voldeed boven-bedoelde dagvaarding toch wel aan dien eisch.
,.es gibt kein Het is de verdienste van Mauthner op de doel-verbum”. gedachte in het werkwoord te hebben gewezen. Als terloops in eenen kostbaren zin gelijk deze: ״Es gibt kein Verbum in der zwecklosen Natur; das Verbum ist eine Zusammenfassung unter menschlichen