55
Jrg. IX b.v. bldz. 162 over Ik, bldz. 164 over „binnen” en „buiten”. Van Dr. Ch. M. van Deventer is er „Robert Mayer en zijn strijd om het woord kracht” in Jrg. IX en „De veelzinnigheid van het woord verandering” in Jrg. X. Buiten het Tijdschrift: „Snuffelaars zwerftocht” in „De Gids” van September 1917. Dit is een model voor signifische behandeling van vakwoorden. Van de woorden „analogie” en „proportie” wordt de oer-beteekenis vastgesteld. Daarna wordt beschreven hoe en wanneer de latere beteekenissen zich uit de oer-beteekenis hebben ontwikkeld.
Signifisch belangrijk is vooral Hoofdstuk I: „Woord en Werkelijkheid” van „Het Al-Eenig Leven”, door Nico van Suchtelen in „De Beweging” van Juli 1907. Ook in de „Inleiding” tot „Uit de diepten der ziel” komen signifisch waardevolle opmerkingen en beschouwingen voor. De leerstellingen van Freund zijn voor de significa zeker van belang.
Er is dus in Nederland veel te weinig taalphilosophie. En er is maar ééne werkelijk wijsgeerige spraakkunst: „Lingua” door Dr. J. M. Hoogvliet. En die wordt volstrekt niet algemeen gebruikt en algemeen gewaardeerd. Het is waar: Dr. Hoogvliet maakt het zijnen lezers moeilijk door de persoonlijke terminologie. Maar moeite moet de lezer voor dit voortreffelijke boek overhebben. l)