52
Men weet het: één van de rechtswetenschappelijke boeken, die de laatste jaren veel besproken werden, is Prof. Krabbe’s „Moderne Staatsidee”. Toepassing op het Staatsrecht van „Die Lehre der Rechtssouveranitat”. (1906). De „beteekenis der moderne staatsidee” ziet Prof. Krabbe hierin „dat een geestelijke macht in de plaats is getreden van een persoonlijke heerschappij” (bldz. 8). Maar diezelfde gedachte bezielt het leven en het werk van Saint-Yves d’Alveydre. Albert Verwey schrijft over „Zijn Levenswerk”: „De werken van Saint-Yves d’Alveydre zijn één hartstochtelijk pleidooi tegen de Staatkunde en voor een Gezag uit de Samenleving. Voor dat Gezag bestemde hij den naam, dien we in een aanhaling uit zijn Pro Domo aantroffen: de Synarchie.” Enkele aanhalingen: „Het Gezag, dat liefhebbende Wijsheid is, is meer dan zich opleggende Macht. Die Macht ontleent aan dat Gezag het recht op Gehoorzaamheid. Zooals dit waar is voor personen, zoo is het waar voor de samenleving. De Gezag-looze Macht tegenover die Samenleving is de Staatkunde, die zichzelf gezag toeschrijft. Het ware Gezag over de Samenleving kan alleen ontstaan uit haarzelf, vereend met de zedeleer”.
Mij dunkt: Prof. Krabbe herkent daar van het zijne in.
Toen Saint-Yves deze gedachten verkondigde, werd hij niet begrepen. Hij wist dat. Hij zegt: „zonder