47
Mr. Van Slooten noemde in zijn beschouwing over mijn opstel: Eabre d’Olivet en Saint-Yves d’Alveydre. Ik denk niet, dat deze beide schrijvers bij veel Neder-landsche rechtsgeleerden bekend waren. Toch is hun werk zeer belangrijk. Juist voor wat ik noemde: taal-mystiek.
Albert Verwey noemde Saint-Yves d’Alveydre in zijne Inleiding tot het eerste nummer van „De Beweging” *) Later schreef hij uitvoerig over hem in „De Beweging” van April en Mei 1909. Zoo weinig bekend, als Verwey meende, was Saint-Yves in Nederland niet.1) De theo-sophen en de vrij-metselaars kennen hem vrij algemeen. Ook Court de Gébelin, Martinez Pascholix en de Markies van Saint-Martin hebben invloed in Nederland. Martinez Pascholix is het middelpunt van de groep der Martinisisten. De Markies van Saint-Martin is het middelpunt van de groep der Martinisten.2)
Het hoofdwerk van Court de Gébelin is: „Monde primitif analysé et comparé avec le monde moderne con-sidéré dans 1’histoire naturelle de la parole ou origine du langage et de 1’écriture”. Verscheen in 1775. Een ver
1
) „De Beweging” van April 1909, bldas. 4.
2
) Men zie het tijdschrift „L’initiation”. Het nummer van Maart 1899 is geheel gegeven aan het Martinisme. In „L'Almanach du magiste” van Maarit 1895 vindt men een opstel van Papus over Sainit-Yves d'Alveydre. (1842—1909).