BESLISTE VOLZINNEN
17 Een kat is een edel dier, dat liever sterft, dan dat het aan een touw ligt. Een mensch is een minderwaardige kat, die liever aan een touw ligt dan te sterven.
18 ’s Nachts verlang ik naar den dag. Overdag verlang ik naar de nacht.
19 Ik heb aan geen mensch zooveel verplichting als aan mij zelven.
20 Men behoeft in het leven niet gelukkig te zijn, als men maar vroolijk is.
21 Behalve mooie leugen is er niets fraaiers dan eene leelijke waarheid.
22 De menschelijke geest is volstrekt niet ‘individu’ maar dikwijls volkomen deelbaar.
23 Er zijn geene goede en geene slechte menschen, maar er zijn wel maatschappelijke en niet maatschappelijke menschen.
24 Een vorst, die met minder macht tevreden is, dan hij hebben en houden kan, is niet eens een vorst, doch een onderdaan.
25 Een geleerde weet meer. Een wijze weet beter.
7