jacob israël de haan
moeilijkheden: De Haan werd in 1900 in Amsterdam afgekeurd op borst en longen. Pas in 1901 - 'alle schoolvossen waarschuwen mekaar voor 'n afgedankte', schrijft De Haan aan Frederik van Eeden - vindt hij een plaats aan school nr. 52 in de Ravenstraat, als vervangend onderwijzer, op een salaris van f 66 per maand. Hij heeft er moeite met orde houden en voelt zich onzeker: 'blijf ik twee dagen weg, de derde geven ze me congé'. In 1902 zien we De Haan verbonden aan school nr. 12, de latere Aldegondeschool op de Marnixkade, waar hij met ingang van 1 mei een vacature vervulde op een salaris van f42 per maand. Er waren nogal wat klachten over zijn optreden tegen de leerlingen. Zo zou hij eens een jongen 'om de ooren geslagen en aan de haren getrokken' hebben; het Hoofd van de school vond die klacht overdreven, want de jongen in kwestie had volgens hem 'om zoo te zeggen geen haar'. En een andere jongen kreeg van Meester De Haan, die optrad als 'strafofïicier' van de 'strafdivi-sie', 33 klappen 'om de ooren en hoofd', waarna de jongen ook nog in 'een donker naar hok' was gezet. Er kwam een hele heibel van. Men hield De Haan de hand boven het hoofd, maar hij ontving binnenskamers toch een waarschuwing. Verder werd hem te verstaan gegeven dat hij zich niet zo 'allerzonderlingst' moest aanstellen: hij was op school verschenen, gekleed als een knaapje van ongeveer tien jaar, met kieltje, korte broek en platliggend kraagje. De Haan verdedigde zich door te zeggen dat hij dat deed 'om de kinderen voor zich in te nemen'. Uit die tijd dateert een rapport van de gemeentearts G. van Wayenburg, die een onderzoek naar De Haans geestestoestand had ingesteld. In een brief aan Verwey deelt De Haan mee dat hij weer afgekeurd is ('Waay zei, dat ik nog veel nerveuzer was dan vroeger') en dat hij Grieks en Latijn 'werkt'. In 1903 deed hij Staatsexamen a om een rechtenstudie aan de universiteit te beginnen.
Intussen had zijn literaire carrière een aanvang genomen: drie sonnetten en de 'Koningsverzen' in De Gids (1901), gedichten in
6