In Russische gevangenissen

in § ioo. Straf: 10 jaar dwangarbeid. Was de veroordeelde in het bezit van ontplofbare stoffen of wapens dan kan dwangarbeid worden opgelegd tot ieder maximum. Voorbereiding tot een der feiten genoemd in § 99 wordt met de dood bestraft.

§ 102. Strafbaar feit: Deelneming aan een vereniging, die ten doel heeft het plegen van een der feiten genoemd in § 100. Straf. 8 jaar dwangarbeid. Was de vereniging in het bezit van ontplofbare stoffen of wapens dan kan dwangarbeid worden opgelegd tot ieder maximum. Deelneming aan een vereniging, die ten doel heeft het plegen van feiten genoemd in § 99 wordt gestraft met levenslange dwangarbeid. Hij, die aanzet tot het vormen van een vereniging tot het plegen van de feiten genoemd in § 100 wordt gestraft met verbanning, mits de vereniging niet tot stand komt. Komt de vereniging tot stand, dan geldt bovenstaande strengere straf. Hij, die aanzet tot het vormen van een vereniging tot het plegen van de feiten genoemd in § 99 wordt, ook indien de vereniging niet tot stand komt, gestraft met dwangarbeid van 8 jaren.

Iedere dwangarbeid wordt van rechtswege gevolgd door verbanning naar Siberië. Deze betekent voor de meeste gevangenen zelfmoord of dood door langzame uitputting. In tijden van onrust hebben de gouverneurs en de krijgsraden onbeperkte macht. In 1905 en 1906 zijn jongens van 15 tot 17 jaar zonder enig proces doodgeschoten. Talrijke namen zijn gepubliceerd door P. Kropotkin in La terreur en Russie, blz. 73. Deze moorden liggen niet in het verleden, maar in de toekomst. Want de Russische regering is volkomen overtuigd van het lijdelijk toezien van het Engelse volk met zijn sterk rechtsgevoel en van het Franse volk met zijn revolutionair verleden. Het revolutionaire intellect en proletariaat in de grote steden wordt opzettelijk tot het uiterste getart, teneinde het tot opstand te brengen en dan te kunnen uitmoorden.

De meeste politieke gevangenen zijn gestraft krachtens § 102. Want onder de daar bedoelde verenigingen valt iedere socialistische partij. Dikwijls is een bedreiging met een vervolging ex § 102 een middel van autoriteiten om grote sommen gelds af te

34