II Zorg voor de misdadige jeugd
Gelijk ik hierboven reeds zei: de zorg voor de misdadige jeugd is voor het grootste gedeelte in handen van particulieren, die niets liever willen dan de regering eraf houden. De genegenheid, de liefde waarmee in Rusland voor de misdadige jeugd gewerkt wordt, kan ik niet beschrijven. Al zou ik de meest prijzende woorden gebruiken, dan zou ik nog beneden de verdiende lof blijven.
Voor een gedeelte steunt het particuliere initiatief wel op de wet. Zonder wettelijke grondslag zou het natuurlijk niet mogelijk zijn een bijzonder strafrecht voor jeugdige personen te doen gelden. De wet regelt ook de regeringssubsidies en andere regeringssteun. Voorts staan de landkoloniën en stadsasielen (prioet) onder toezicht van de gevangenisinspecteurs. Maar deze komen er zelden en hun invloed is maar gering. Naast de wettelijke regelingen hebben zich in de loop van de jaren allerlei instellingen en gewoonten ontwikkeld ten bate van de misdadige jeugd, die geen ander bestaansrecht hebben dan het feit van hun bestaan. Dat is regel in Rusland, niet uitzondering. Rusland is het land van de willekeur, zowel ten goede als ten kwade. Wat ik voor de politieke gevangenen deed is evenzeer onwettig en willekeurig als wat de gevangenisambtenaren tegen hen doen. Het is waar, dat de willekeur ten kwade de willekeur ten goede absoluut nodig maakt. Maar ook willekeur ten goede is een gevaar. Een slechte wet is beter dan een goed despoot. De verenigingen, die de belangen van de jeugd behartigen, treden tegen ouders, die hun kinderen verwaarlozen, te velde op een wijze, die de kinderen wel ten goede komt, maar volkomen naast de wet staat, of tegen de wet ingaat.
Wat men in Rusland voor misdadige kinderen doet, is in grote
3i