IN RUSSISCHE GEVANGENISSEN
Jacob Israël de Haan (1881-1924), Nederlands schrijver en jurist, publiceerde aanvankelijk onder de naam Jacob de Haan. Hij stamde uit een orthodox joods milieu, waarvan hij evenals zijn zuster Carry van Bruggen jong afscheid nam, om later tot de orthodoxie terug te keren. In 1919 vestigde hij zich in het toenmalige Palestina, waar hij vanwege zijn provocerende antizionistische houding werd vermoord. In 1904 debuteerde De Haan met de geruchtmakende roman Pijpe-lijntjes, in datzelfde jaar gevolgd door een bundel verhalen Kanalje.
In 1908 verscheen zijn tweede roman Pathologieën. Nadien maakte hij vooral naam als dichter met bundels als Liber-tijnsche liederen (1914), Het Joodsche lied (1915, 1921), Liederen (1919), Een nieuw Carthago (1919) en zijn poëtisch dagboek Kwatrijnen ( 1924).