Kanalje

Titel
Kanalje

Jaar
1904

Druk
1977

Overig
herdr 1977

Pagina's
105



VlSSCHERS.

Ons huis stond midden in storm vannacht,

Ik heb niet geslapen, ik heb gedacht, Aan onze visschersvrinden op zee, Op de hoogbeschuimde stormzee.

Zij voeren op 't vloedende water uit,

Acht mannen op een wrakke schuit, Voor vrouw en kind'ren om schamel brood, Varen zij tegen storm en nood.

Als morgen de hemel kalmer klaart,

De woestgevloede zee bedaart, Dan spoelen waar vrouw en moeder hen vindt, Een vader, een broeder, een stille vrind.

Hun lijf druipt slap, hun oog is dood,

Zij voeren gevaarlijk om 't schamele brood, En zee en storm zijn sterker dan,

De schamele schuit van een visschersman.

Zij voeren gevaarlijk... het weer is bedaard,

Nu varen weer and'ren de gevaarlijke vaart, Klaag niet, zij weten van storm en nood, Van honger aan land... van bitter brood.

Ons huis staat midden in storm vannacht,

Ik kan niet slapen, ik heb gedacht, Als morgen de hemel helder klaart,

Keert dan ieder man van de doode-vaart?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.