Kanalje

Titel
Kanalje

Jaar
1904

Druk
1977

Overig
herdr 1977

Pagina's
105



van de organisatie aftrekken door vrees en dié door bedreigingen met ontslag of met de eeuwige verdoemenis... 't moest nü, als ze 't wonnen, dan waren ze d'r meteen voor de volgende jaren onder dak. Matig waren hun eischen, ze vroegen niet meer dan gewoontjes te kunnen leven, en dat ze niet meer afgezet zouden worden met boeten voor dit en boeten voor dat... was dat te veel gevraagd... Maar opbulderen deed patroon ... hij was wel protestant, maar daarom had m'neer pastoor wel naar 'm toe kunnen gaan, en hij had wel naar m'neer pastoor kunnen luisteren. Niet toegeven had die geraden ... niet toegeven, als je daarmee eens begon, dan was je gezag weg, dan werden de knechten de baas, de socialistische knechten inplaats van de patroon. Hij, m'neer pastoor was goed ingelicht, hij had z'n mannetjes in die vereeniging net zoo goed, als overal, die niks zeien, overal rond gingen en hem dan alles overbrachten. Jan Kools en Arent van Lier, die zetten dat zaakje op, daar moest-ie vooral op letten, die zouën nou de kat de bel anbinden, maar hij moest niet toegeven, die heele vereeniging, die moest nou meteen naar den maan, Kools en Van Lier waren bij m'neer geweest, en ze hadden hun eischen gezeid en hun grieven aangetoond... m'neer was wel tot toegeven geneigd... hij dorst "t toch niet aan, strijd met die vakvereeniging, waarvan hij niet precies wist hoe sterk of die wel was en hoeveel steun ze zouden krijgen van buiten, als d'r eens werkelijk 'n actie begon... hij praatte d'r omheen, zei, dat-ie nog niet dadelijk beslissen kon, dat ze dat toch zelf ook moesten begrijpen, als ze nou over twee of drie dagen nog eens terug kwamen ... m'neer kon dan nog eerst eris overleggen en hij rekende er vast op, dat hangende de zaak alles geregeld zijn gang zou gaan.

Dien avond had de protestantsche m'neer Buis 'n lang onderhoud met m'neer pastoor, omdat ze toch allebei christenen waren, en m'neer pastoor zei wéér: niet toegeven, en dat hij, als hij in m'neer Buis z'n plaats was zóo zou doen, dan wachtte hij niet totdat die twee rooie oproerkraaiers om besluit kwamen, neen morgen moest hij ze bij zich op 't kantoor laten komen en ze allebei gedaan geven, zonder pardon... en dan moest-ie in de fabriek laten bekendmaken, dat die malle vereeniging van hun ontbonden was, en dat iedereen, die zich nog verbeeldde daarvan lid te zijn, oogenblikkelijk de laan uitging en zich niet hoefde te verbeelden, dat-ie d'r weer ooit inkwam. En die loonsverhooging, dat was onzin, wie 't niet zinde, die ging maar, ze waren in 'n vrij land, en die boeten, nou wie niks dee, die kreeg geen boeten... Dat zou m'neer pastoor zeggen, als hij baas was van de cacaofabriek, en hij raadde m'neer Buis ernstig aan, als hij op zijn gezag stond, om dat ook te zeggen, dan zou hij m'neer pastoor wel zorgen, dat 'n christelijke vakvereeniging kwam, als ze dan toch vereeniging wouën spelen, enfin, dat mocht dan wel.

En m'neer Buis had net gedaan zooals m'neer pastoor geraden had. Al

57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.