Palestina

Titel
Palestina

Jaar
1925

Druk
2000

Overig
herdr

Pagina's
156



IX.

Wij zijn weggereden. O, het is héél goed te wonen in Jeruzalem, dat Abdoel Salaam El-Kuds, de Heilige, noemt. Maar het is óók wel eens goed weg en ruim te zijn. Vooral op zoo eenen mooien lentedag in den winter. De winter is hier niet het doode getij. Het heeft ruim geregend. Het gras is vol en groen opgekomen, zonder gore plekken. Overal grazen de goede schapen en de kleine, fijne geitjes. In kudden van wit en zwart. Wij rijden het graf van Moeder Rachel voorbij.Wij zien van verre Bethlehem, waar de rijke Christenen wonen. En hunne landhuizen. Dorpen her en der op de heuvelen. Hier en daar een heilig huis. Een kleine waterbeek. Een bron. De groote vijvers van Salomo, verlaten en verloren. Maar de Engelschen herstellen ze weer. Natuurlijk gaat onze weg door de bergen niet recht. Hij windt en werkt met dalen en de bergen mee. Achter alles staat de verre muur van de bergen van Moab. Waar wij in een dalkom, gedekt door alle bergen komen, is het zomer en zoel. Waar de weg open ligt staat de Oostenwind. Wij rijden telkens door den winter en den zomer heen. Abdoel Salaam heeft een witte, warme deken medegenomen.

3i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.