51
dat de stemming in Engeland jegens de Joden gunstig was en dat hij aldaar welkom zou zijn.
Van grooter invloed was een geschrift van Edward Nicholas „Apologie voor de edele natie der Joden” (Londen 1648), dat in Engeland en Holland veel ophef maakte. In 1650 richtte Menasse ben Israël zijn werk „de Hoop van Israël” (geschreven naar aanleiding van de jongste gruweldaden der Inquisitie, waarbij ook de 25-jarige Isaac de Castro Tartas, broeder van den bekenden drukker, in 1647 te Lissabon het slachtoffer werd) in het Latijn tot een hooggeplaatste persoonlijkheid in Engeland met het verzoek, het aan het Parlement en den Staatsraad voor te leggen. In een begeleidend schrijven zette Menasse zijn bedoeling nader uiteen en eindigde hij met te verzoeken, den Joden toe te staan, naar Engeland over te steken, daar vrije uitoefening van hun Godsdienst te verkrijgen en een Synagoge te mogen bouwen. Het gevolg hiervan was, dat hem een pas voor de reis naar Engeland werd toegezonden, waarvan hij echter voorloopig geen gebruik kon maken, daar in 1652 tusschen Engeland en Holland een oorlog was uitgebroken. Toen twee jaar later tusschen beide landen de vrede was gesloten, zond Menasse zijn zoon Samuel Soeiro (naar den familienaam zijner moeder Rachel Soeira) vooruit. Tijdens zijn verblijf in Engeland zou Samuel, die in 1653 te Leiden geneeskunde was gaan studeeren, .door de Universiteit van Oxford wegens zijn geleerdheid tot Doctor in de Philosophie en de Medicijnen zijn benoemd. Na de feestdagen (einde October 1655) ondernam Menasse zelf de reis naar Londen, onder anderen begeleid door den geleerden Jacob Sasportas, die gewoon was met hooggeplaatste personen om te gaan. Hij werd vriendelijk door Cromwell ontvangen.
Eerst overhandigde Menasse den Protector een verzoekschrift („humble adress”), daarna liet hij door den druk een „declaration” verbreiden, waarin hij, naast den mystieken, ook een handelspolitieken grond voor de toelating der Joden in Engeland ontvouwde. Hij wees op den groothandel der Portugeesche Joden in Holland, hun wisselhandel, hun handel in diamanten, indigo, wijn, olie enz. Hun geldhandel berustte