Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam 1593-1925

Van enkele dezer personen volgen hier eenige bijzonderheden:

Jacob Israël Belmonte (overl. 4 Dec. 1629) was in 1614 één der commissie-leden, die de overeenkomst met de tweede Gemeente Neweh Salom in zake de begraafplaats te Ouderkerk tot stand bracht. Hij is ook bekend als dichter, die bij verschillende gelegenheden een sonnet heeft vervaardigd, alsmede een gedicht over de Inquisitie, waarin hij verschillende martelaren bezong. Zijn zoon Mozes beoefende de graveerkunst: zoo stak hij een portret zijner moeder Simcha Vaz, waarvan zich een uniek exemplaar op het archief der Portug. Isr. Gemeente bevindt.

Jacob Tirado begaf zich later naar Jeruzalem. De Synagoge bezit, als geschenk van hem en zijn vrouw Rachel, een antiek zilveren plaat ter versiering van de Wetsrol, welke op het Nieuwemaandsfeest uitkomt. Zijn aandenken wordt nog jaarlijks op den Verzoendag herdacht door het uitspre- _

°    ^r ..    De stammoeder der Familie^T jlmonte:

keil van het gebed. VOOÏ* zijn    Simcha, vrouw van Jacob-/Belmonte.

zielerust („Hascaba”).

Aron Uri ha- Levi (overl. 1620) en zijn nakomelingen werden vereerd met het lidmaatschap der Portugeesche Gemeente als erkentelijkheid voor de diensten, welke hij den eerst aangekomen Sephardim heeft bewezen.

Jozef Palache volgde zijn broeder Samuel op als resident van den koning van Marokko te Amsterdam, welke waardigheid hij tot zijn dood in 1638 heeft bekleed.

Jozua Chabillo was één der stichters en eerste bestuur-deren der „Santa Companhia de dotar Orphas e Donzellas” (1615), evenals Jozua Sarphati.