Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam 1593-1925

verwanten in Spanje en Portugal met het gevolg, dat velen de gevaarlijke vlucht aandurfden en zich hier neder-lieten.

Op het Joodsche Nieuwjaarsfeest van het jaar 1597 werd de eerste Synagoge ingewijd, nadat de Gemeente den naam Bet Jaacob (Huis Jacob’s) had aangenomen als erkentelijkheid jegens Jacob Tirado, die zooveel tot de tot stand-koming had bijgedragen. Deze eerste Synagoge stond aan de Houtgracht, thans Waterlooplein, tusschen Zwanenburgwal en Vloyenburgersteeg, schuin tegenover het gebouw der Firma de Vries van Buuren en Co. De eerste bestuurderen (Parnassim) dezer jonge Gemeente waren: Jacob Israël Belmonte, wien de verdienste toekomt, het eerst het ver-eischte getal van tien manlijke meerderjarige personen (Minjan) voor liet gebed te hebben vereenigd, Jacob Tirado en Samuel Palache. Deze laatste had een veelbewogen leven achter den rug, waarvan wij slechts aanstippen, dat hij in 1609 tot agent of resident te Amsterdam van Mouley Zidai, koning van Marokko, werd benoemd. Bij Prins Maurits stond hij in hoog aanzien, en deze Oranje was hem vaak tot voorspraak. Toen Palache eens in Engeland werd gevangen gehouden, sprongen de Staten Generaal voor hem in de bres en wisten zij zijn invrijheidsstelling te verkrijgen. Hij overleed te ’s Gravenhage in 1616; bij zijn ter aarde bestelling (die te Ouderkerk plaats vond), werd de lijkstoet in den Haag o.a. gevolgd door Prins Maurits, leden van de Staten Generaal en den Raad van State tot bij de brug voor de Houtstraat.

De geschiedschrijver de Barrios heeft de namen der eerste, gehuwde, leden der Gemeente bewaard:

9. Samuel Abraham Souza,

10.    Jehosua Sarphati,

11.    Jehosua Habillo,

12.    Barucli Osorio,

13.    David Abendana Pereyra,

14.    Abraham Gabay,

15.    Ishac Franco Medeyros,

16.    Moseh de Casseres.