Introductie
Twintig jaar geleden kreeg ik een boek in handen met de merkwaardige titel In Dépôt, geschreven door iemand met een opvallende naam: Philip Mechanicus. Hij schreef dit dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Westerbork. Over dit Durchgangslager was mij toen weinig bekend. Ik was er één keer geweest, maar herinner me van dit bezoek alleen de Molukse kinderen die bij oude, verwaarloosde barakken speelden. Westerbork was toen Woonoord Schattenberg, een opvangkamp voor Molukse gezinnen.
Mechanicus, een joodse journalist van het Algemeen Handelsblad, noteerde vakkundig en nauwgezet wat hij in Westerbork meemaakte. Dat hij zijn dagboekschriftjes het kamp uitsmokkelde en zelf de oorlog niet overleefde, sprak tot mijn-jeugdige - verbeelding. Maar wat voor man was Mechanicus, hoe slaagde hij erin ongemerkt een dagboek bij te houden en dit het kamp uit te krijgen, en wat is er na zijn deportatie uit Westerbork met hem gebeurd?
Jacques Pressers inleiding bij In Dépôt leverde weinig aanvullende informatie op, want slechts mondjesmaat verstrekte hij gegevens over de schrijver zélf.
Jaren later raakte ik betrokken bij de activiteiten van het Herinne-ringscentrum Kamp Westerbork. Mechanicus’ dagboek vormt voor deze instelling een onmisbare bron, omdat een aanzienlijk deel van de historische kennis over dit kamp voortkomt uit de uitgebreide notities die hij maakte.
Van het Herinneringscentrum, waar al jaren plannen bestonden om bijzondere aandacht aan Mechanicus en zijn dagboek te besteden, kreeg ik het verzoek om een boek over hem te schrijven. Vanaf eind 1988 legde ik contacten met de dochters en verdere familie van Mechanicus, dook in archieven, ging op zoek naar documenten, en spoorde getuigen op die hem hebben gekend. Dit laatste was niet eenvoudig, want Mechanicus zou nu meer dan honderd jaar oud zijn geweest. Zijn vrienden, kennissen en generatiegenoten zijn vrijwel allen overleden.
Philip Mechanicus werkte zich door zelfstudie op, en was zijn oorspronkelijke, arme joodse milieu snel ontgroeid. Hij was journalist ten voeten uit. De krant betekende alles voor hem. Zijn privé-leven was ge
9