5 Annie Jonkman
Rond de tijd dat zijn huwelijk met Esther Wessel verslechterde, leerde Mechanicus een vrouw kennen die in de eerstvolgende jaren een belangrijke rol in zijn leven zou spelen: Annie (Antje) Jonkman, geboren in augustus 1896 te Enkhuizen. Zij was op jonge leeftijd naar Amsterdam gekomen, waar zij een opleiding tot verpleegster volgde. Op het moment dat Annie en Mechanicus met elkaar in contact kwamen, werkte zij als wijkverpleegster. Annie was een grote, knappe verschijning, doortastend, enigszins artistiek, met een open, uitbundig karakter. Volgens haar enige nog in leven zijnde zuster, Jans Jonkman, hadden de twee elkaar ontmoet in het zogenaamde ATVA-huis: het Amsterdamse Tehuis Voor Arbeiders. ‘Dat tehuis had een mensa in de Mar-nixstraat. Annie at daar vaak en Philip kwam er ook regelmatig. Hier hebben zij elkaar leren kennen.’ De twee besloten eind september 1924 te gaan samenwonen, op het adres Hoofdweg 122-11. Twee maanden later werd Mechanicus’ echtscheiding van Esther Wessel formeel uitgesproken.
Op 25 april 1925 traden Philip Mechanicus en Annie Jonkman in het huwelijk. ‘Het was geen feestelijke bruiloft en er was niemand van onze familie bij,’herinnerde Jans Jonkman zich. ‘Onze familie had bedenkingen ja, vooral onze moeder. De stemming was lichtelijk in mineur. Men kon Mechanicus bij ons niet zo goed plaatsen. Hij was een man met een totaal andere achtergrond en instelling.’
Negen maanden na hun trouwen, op 25 januari 1926, schonk Annie Jonkman het leven aan Ruth, haar eerste en Mechanicus’ derde dochter. Ondanks deze gelukkige gebeurtenis was de echtelijke band tussen Annie en Philip geen lang leven beschoren; in het voorjaar van 1929 werd hun huwelijk ontbonden.
Ruth Mechanicus, tegenwoordig woonachtig in Canada, liet weten dat haar moeder zich emotioneel nooit van haar man heeft kunnen losmaken. ‘Ze waren slechts enkele jaren samen, daarna hadden ze een on/p/f-relatie. Ik geloof dat mijn vader wel een vaste verhouding wilde. Zijn relaties hielden echter, om welke reden dan ook, nooit stand. Hij hield van ons allemaal: van Esther, van mijn moeder en van zijn kinderen, maar hij kon zich niet binden, ook emotioneel niet. Dat geharrewar en de ruzies rondom zijn verhoudingen kon hij niet aan. Zijn werkkring
I
43