Auschwitz-Birkenau
‘Het is ook niet gemakkelijk, wanneer men thans week-aan-week een paar duizend joden als vee ziet opeendrijven in een trein, die hen naar een onbekende bestemming brengt en nog nooit één jood heeft teruggebracht om verslag uit te brengen.’
(Uit In Dépot, vrijdag 28 mei 1943)
Op 20 januari 1942 werd in Berlijn besloten hoe en op welke schaal de Endlösung der Judenfrage zou plaatsvinden: de systematische vernietiging van alle joden in Europa, ss Reichsführer Heinrich Himmler ontvouwde grote plannen, over kampen die speciaal voor dit doel zouden worden ingericht, met als centraal punt het complex Auschwitz-Birkenau. ‘De Führer heeft de Endlösung bevolen,’ sprak hij in 1942. ‘Wij, de ss, dienen dit bevel op te volgen. De bestaande kampen zijn niet alle in staat om de voorgenomen acties ten uitvoer te brengen. Daarom heb ik in principe Auschwitz-Birkenau aangewezen. In de eerste plaats vanwege zijn verkeerstechnische ligging; in de tweede plaats omdat het daarvoor bestemde gebied gemakkelijk kan worden afgesloten en gecamoufleerd.’
Birkenau, 7 november 1990:
Vanuit de Poolse stad Krakau is het per bus ongeveer anderhalf uur rijden naar het zuidwesten, richting Tsjechische grens. Oswie^im heet de plaats, bekend geworden onder de Duitse benaming Auschwitz. Onze bus passeert een groot, modern stationsgebouw. Het ligt langs de spoorbaan waarover vijftig jaar geleden de treinen met wanhopigen en weerlozen Auschwitz binnenreden. Nauwelijks een kilometer verderop is er de beruchte splitsing van wegen. Linksaf gaat men naar het Stammlager Auschwitz 1, in het westelijk deel van Oswie^im, binnen de bebouwde kom. Rechtsaf rijdt men naar wat in de volksmond Auschwitz 11 werd genoemd. Officieel heette dit Aussenlager in het Duits Birkenau; het kamp was vlakbij het boerengehucht Brzezinka gesitueerd.
We rijden over het spoorwegviaduct, vanwaar Heinrich Himmler in maart 1941 met gestrekte arm richting Brzezinka wees en Auschwitz-
231