30 Het transport
In oktober 1944 deed zich een gebeurtenis voor, die bij de Nederlandse kolonie in het Sternlager voor hevige opschudding zorgde. Abel Herz-berg schreef in zijn dagboek dat van de ene op de andere dag een transport werd aangekondigd. Dit was opmerkelijk, omdat het vrijwel niet voorkwam dat vanuit Bergen-Belsen een transport wegging. Herzberg meldde op 8 oktober dat het de Calmeyers en Doppelstaatler betrof: ‘Waar de mensen heengaan, weet niemand.’
Julie Bial-Spitz: ‘In oktober werd door de kampautoriteiten aan onze groep Nederlanders gevraagd wie, op basis van in Westerbork verkregen papieren en documenten, nog steeds aanspraak meende te moeten maken op bijzondere behandeling. Deze mensen moesten zich melden, maar waarover het precies ging, werd ons niet meegedeeld. Onmiddellijk gingen er allerlei geruchten over uitwisseling, ruilhandeltjes en transport naar andere, betere kampen. Uiteindelijk heeft een aantal zich aangemeld. Voor hen gloorde kennelijk enige hoop. Deze mensen zijn dus niet door de Duitsers geselecteerd, maar hebben zich, wat je zou kunnen noemen, “vrijwillig” opgegeven. Ik weet dat zo zeker, omdat er een kennis van ons bij was.’
Ook Louis Tas was in staat om nadere details te geven: ‘Er werd ons officieel gevraagd wie er zijn joodse afstamming wilde aanvechten. Wij hadden een aantal met dat doel vervalste documenten. Mijn vader, moeder en ik hebben serieus overwogen om ons óók voor dit transport op te geven. Misschien komen we vrij, dachten we. Er waren immers al joden met Palestina uitgewisseld? Een bevriende relatie van de administratie waarschuwde ons op het laatste moment om niet op de oproep te reageren. We hebben lang geaarzeld en ons uiteindelijk toch teruggetrokken. ’ Mechanicus beriep zich, zoals bekend, nog steeds op zijn valse Cal-meyer-status. Reeds in Westerbork had hij aangekondigd zijn joodse afstamming aan te zullen vechten als hij daar beter van zou kunnen worden. Nu werd hij daar door de kampautoriteiten concreet naar gevraagd! Wellicht rook hij een serieuze kans om uit Bergen-Belsen weg te komen. Mechanicus bezat niet de voorkennis, die de familie Tas wél had. Kennelijk heeft ook niemand hem gewaarschuwd. Hij besloot het risico te nemen en zich vrijwillig aan te melden voor dit mysterieuze transport.
225