dokter in een soort polikliniek, waar ik ’s avonds, na de dagelijkse arbeid, werkte. Hier kwamen de echt slechte gevallen voor consult. Als Mechanicus buitensporig zou zijn mishandeld, dan had ik hem daar moeten treffen. Dat is niet gebeurd.’
Over Mechanicus is één korte aantekening uit zijn Amersfoortse tijd bewaard gebleven. Het door de kampartsen bijgehouden Krankenbuch meldt dat Mechanicus, ingeschreven als gevangene 1301, zich op 6 november 1942 bij de dokter vervoegde, met de klacht: ‘Körperschmer-zen De diagnose van de dienstdoende arts: ‘Weiter machen!’
Nog geen 24 uur na zijn bezoek aan de kamparts, werd de deportatie van een fors aantal gevangenen aangekondigd, onder wie Mechanicus. Zijn vertrek vond plaats op zaterdag 7 november 1942, toen volgens Co-hen een ‘aanzienlijk grote groep’ gevangenen, voornamelijk joodse, naar Durchgangslager Westerbork in Drente werd afgevoerd. ‘Ik heb hem in Amersfoort verder weinig gezien,’ vertelde Cohen. ‘Tot het transport. Toen zag ik dat hij hiervoor was opgeroepen. Waarom deze groep werd weggestuurd, weet ik niet. Waarschijnlijk raakte Amersfoort te vol en moesten er gevangenen doorstromen naar Westerbork. Logisch is dat sommige strafgevallen voorrang kregen. Ik behoorde niet tot die groep en zou nog tot 8 december in Amersfoort blijven.’
Er zijn aanwijzingen die erop duiden dat Mechanicus, tegen het eind van zijn verblijf in Amersfoort, toch is afgetuigd. Annie Jonkman schreef in haar notitieboekje: ‘Hij werd naar Amersfoort vervoerd, waar hij na goed mishandeld te zijn, op transport is gesteld naar Westerbork, als s-geval. Hij werd daar in het ziekenhuis opgenomen.’ En ook: ‘Hij werd vanuit Amersfoort op 2 of 7 november naar Westerbork gebracht met ’t zogenaamde kreunende transport. ’ Hoe Annie Jonkman wist dat Mechanicus in Amersfoort ‘goed is mishandeld’, blijft onduidelijk.
Er is nog een andere getuige die - zij het indirect - Annie Jonkmans aantekeningen nadrukkelijk bevestigt: Etty Hillesum. Philip Mechanicus leerde haar in Westerbork goed kennen. In Etty’s eigen nagelaten geschriften en dagboeken schreef zij regelmatig over hem.
In de vroege ochtend van 24 augustus 1943 waren Mechanicus en Etty Hillesum in Westerbork getuige van de deportatie van ongeveer 1000 kampbewoners naar Auschwitz. Zij werden naar de transporttrein begeleid door leden van de Grüne Polizei, met hun ‘botte, honende koppen,’ zoals Etty deze beulen beschreef. Ze meldde dat Mechanicus
130