Redt de Joden!

Titel
Redt de Joden!

Jaar
1946

Overig
Wat gebeurt er met de Joodse oorlogspleegkinderen?

Pagina's
20



In dit artikel wordt gewezen op het lot der Joodse oorlogspleegkinderen, die vooral in Friesland talrijk zijn geweest. Om deze kinderen wordt een stille, maar soms openlijke strijd gevoerd. De pleegouders hebben zich aan hun pupillen gehecht. De kinderen zijn vaak verfriest. En nu in vele gevallen blijkt, dat de ouders van de kinderen niet meer in leven zijn, menen sommige pleegouders verplicht en ook gerechtigd te zijn, de kinderen bij zich te houden. Daartegenover staat het verlangen van de Joodse gemeenschap, die gedecimeerd, immers teruggelopen van 125.000 op 23.000, uit de oorlog is gekomen en nu vecht om haar bestaan. Dit bestaan hangt af van de jeugd, dus van de oorlogspleegkinderen en het gevolg is, dat er vaak botsing ontstaat, met alle gevolgen van dien. In het artikel werd nu ronduit gekozen voor het standpunt van de Joodse gemeenschap en aan de pleegouders het recht ontzegd deze kinderen — zoals, helaas, gebeurd was — achter te houden. Zoals te verwachten was, kwam er reactie op deze cri-de-coeur. Deze reactie liet heel gemakkelijk twee opvattingen onderscheiden. Er waren er pleegouders of ook enkel maar belangstellenden, die heel goed voelden, dat de niet-Joodse Nederlanders, die de Joden hadden bijgestaan, geen enkel recht op de kinderen konden doen gelden en die ook wel begrepen, dat de zo zeer belaagde Joodse gemeenschap het recht en de plicht had om zich te verdedigen en er voor zorgen moest, dat Hitler het tenslotte niet won. Zij stonden soms wat vreemd tegenover de angst, die sommige Joden aandreef om zo spoedig mogelijk de kinderen tot zich te nemen. Zij vroegen zich daarbij wel eens af, of zij hun werk dan zo slecht gedaan hadden en of deze argwaan nu de dankbaarheid moest verbeelden, waarop zij niet gerekend hadden, maar die zij toch wel hadden verwacht. Vele niet-Joden begrepen ook niet precies, wat het „Comité voor Joodse belangen” bewoog en vermoedden, dat het ook nog om iets anders te doen was dan alleen het belang van het kind.

Maar van één ding waren zij allen overtuigd en dat maakte, dat zij tenslotte de actie van het Joodse Comité billijkten: De redders van de Joodse kinderen konden geen recht op de kinderen laten gelden. Zij hebben geholpen, omdat zij het niet konden laten, omdat zij moesten en zij hebben het de kinderen zo gegeven, als zij het ook hun eigen kinderen gaven of gegeven zouden hebben. Maar zij hebben het niet gedaan, om beloond te worden en zeker niet, om deze kinderen straks, bij gebleken dood van hun ouders, te mogen houden. Instinctief verzetten zij zich allen tegen practijken, die zich wel hebben voorgedaan, waarbij kinderen — soms reeds in 1942! — gedoopt werden of nu worden verdonkeremaand.1)

Tegenover deze eerste reactie stond echter een heel andere. Er waren er ook, die in het geval, dat de kinderen ouderloos bleken te zijn, het recht van de pleegouders groter achtten dan dat van de Joodse gemeenschap. Het belang van het kind moest volgens hen de doorslag geven en het was, zo redeneerden zij, in het belang van de oorlogspleegkinderen, dat niet het ras boven de volksgedachte gesteld werd. De Joodse ‘) Volgens de Commissie van Oorlogspleegkinderen (O.P.K.) is dit aantal zeer gering, n.1. è % van het geheel der onderzochte gevallen (art. Vrij Nederland, 8 Dec. ’45). Zijn echter alle gevallen bekend?

6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.